22.3.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 98/34 |
Beroep ingesteld op 5 februari 2021 — Teva Pharmaceutical Industries en Cephalon / Commissie
(Zaak T-74/21)
(2021/C 98/39)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: Teva Pharmaceutical Industries Ltd (Petach Tikva, Israël), Cephalon Inc. (West Chester, Pennsylvania, Verenigde Staten) (vertegenwoordigers: D. Tayar en S. Ortoli, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
besluit C(2020) 8153 final van de Commissie van 26 november 2020 in zijn geheel nietig verklaren; |
— |
de in artikel 2 van het bestreden besluit aan Teva Pharmaceutical Industries Ltd. en Cephalon Inc. opgelegde geldboeten intrekken; |
— |
subsidiair, de aan Teva Pharmaceuticals Industries Ltd. opgelegde geldboete aanzienlijk verlagen; |
— |
de Commissie verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoekende partijen vier middelen aan.
1. |
De Commissie heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en de feiten onjuist beoordeeld, door de overeenkomst te kwalificeren als een restrictie met mededingingsbeperkende strekking. |
2. |
De Commissie heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en de feiten onjuist beoordeeld, door de schikkingsovereenkomst te kwalificeren als een restrictie met mededingingsbeperkende strekking. |
3. |
De Commissie heeft artikel 101, lid 3, VWEU onjuist toegepast. |
4. |
De aan Teva en Cephalon opgelegde geldboeten moeten nietig worden verklaard, althans dient de aan Teva opgelegde geldboete aanzienlijk te worden verlaagd. |