16.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 15/41


Beschikking van de president van het Gerecht van 20 oktober 2022 — PB / Commissie

(Zaak T-407/21 R)

(“Kort geding - Overheidsopdrachten voor diensten - Onregelmatigheden in de aanbestedingsprocedure - Terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen - Besluit dat een executoriale titel vormt - Verzoek om voorlopige maatregelen - Spoedeisendheid - Fumus boni juris - Belangenafweging”)

(2023/C 15/53)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: PB (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: B. Araujo Arce, J. Estrada de Solà en J. Baquero Cruz, gemachtigden)

Voorwerp

Met zijn verzoek krachtens de artikelen 278 en 279 VWEU vordert verzoeker dat, in de eerste plaats, de tenuitvoerlegging wordt opgeschort van besluit C(2021) 3338 final van de Commissie van 5 mei 2021 betreffende de invordering van een bedrag van 5 038 737,86 EUR vermeerderd met rente dat de bestuurder van de vennootschap [weggelaten vertrouwelijke gegevens] verschuldigd is, en, in de tweede plaats, de Europese Commissie wordt gelast om op geen enkele wijze over te gaan tot invordering van het in dit besluit vermelde bedrag en met name niet door de debetnota in rekening te brengen, totdat het Gerecht uitspraak heeft gedaan in het hoofdgeding.

Dictum

1)

De tenuitvoerlegging van besluit C(2021) 3338 final van de Commissie van 5 mei 2021 betreffende de invordering van een bedrag van 5 038 737,86 EUR vermeerderd met rente dat de bestuurder van de vennootschap [weggelaten vertrouwelijke gegevens] verschuldigd is, wordt opgeschort.

2)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.