|
17.7.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 252/43 |
Arrest van het Gerecht van 24 mei 2023 — AL / Commissie
(Zaak T-714/21) (1)
(“Openbaar ambt - Ambtenaren - Bezoldiging - Gezinstoelagen - Kindertoelage - Artikel 2, lid 4, van bijlage VII bij het Statuut - Met een kind ten laste gelijkgestelde persoon - Toekenningsvoorwaarden - Intrekking van een toelage - Terugvordering van hetgeen onverschuldigd is betaald - Artikel 85 van het Statuut”)
(2023/C 252/49)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: AL (vertegenwoordiger: R. Rata, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: T. S. Bohr, L. Hohenecker en D. Milanowska, gemachtigden)
Voorwerp
Met zijn beroep krachtens artikel 270 VWEU vordert verzoeker nietigverklaring van het besluit van 11 maart 2021 waarbij het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO) van de Europese in wezen, ten eerste, zijn aanvraag van een toelage voor zijn moeder als met een kind ten laste gelijkgestelde persoon op grond van artikel 2, lid 4, van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie voor de periode van 1 november 2020 tot en met 31 oktober 2021 heeft afgewezen en, ten tweede, de terugvordering heeft gelast van de sommen die hij als toelage voor een met een kind ten laste gelijkgestelde persoon had ontvangen voor de perioden van 1 november 2019 tot en met 31 oktober 2020.
Dictum
|
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
|
2) |
AL wordt verwezen in de kosten. |