19.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 165/24


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) op 25 november 2021 — IEF Service GmbH / HB

(Zaak C-710/21)

(2022/C 165/31)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberster Gerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij tot Revision: IEF Service GmbH

Verwerende partij in Revision: HB

Prejudiciële vragen

1.

Moet artikel 9, lid 1, van richtlijn 2008/94/EG (1) aldus worden uitgelegd dat een onderneming in de zin van dit artikel reeds activiteiten op het grondgebied van ten minste twee lidstaten verricht, wanneer zij haar diensten in een andere lidstaat aanbiedt, voor dat doel een zelfstandig verkoopmedewerker aldaar tewerkstelt en een op de zetel van de onderneming werkzame werknemer in de regel om de andere week in die lidstaat van huis uit werkt?

2.

Ingeval de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord:

Moet artikel 9, lid 1, van richtlijn 2008/94/EG aldus worden uitgelegd dat een werknemer van een dergelijke onderneming die in de tweede lidstaat woont en aldaar verplicht is om socialeverzekeringsbijdragen af te dragen, maar die afwisselend een week in de lidstaat werkt waar de werkgever zijn zetel heeft en een week in de lidstaat waar hij woont en aan de sociale verzekering is onderworpen, zijn arbeid “gewoonlijk” in beide lidstaten verricht in de zin van dat artikel?

3.

Ingeval de tweede vraag bevestigend wordt beantwoord:

Moet artikel 9, lid 1, van richtlijn 2008/94/EG aldus worden uitgelegd dat voor het honoreren van de onvervulde aanspraken van een werknemer die zijn arbeid gewoonlijk in twee lidstaten verricht of verrichtte,

a)

het waarborgfonds bevoegd is van de lidstaat aan de wetgeving waarvan de werknemer in het kader van de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (sociale verzekering) is onderworpen, wanneer de waarborgfondsen overeenkomstig artikel 3 van richtlijn 2008/94/EG in beide lidstaten zo zijn opgezet dat de werkgeversbijdragen voor de financiering van het waarborgfonds als deel van de verplichte socialezekerheidsbijdragen dienen te worden betaald, of

b)

het waarborgfonds van de andere lidstaat, waar de insolvente onderneming haar zetel heeft, bevoegd is, of

c)

de waarborgfondsen van beide lidstaten bevoegd zijn, zodat de werknemer bij het indienen van zijn aanvraag kan kiezen op welk fonds hij een beroep wenst te doen?


(1)  Richtlijn 2008/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de bescherming van werknemers bij insolventie van de werkgever (Gecodificeerde versie) (PB 2008, L 283, blz. 36).