5.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 263/9 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk) op 20 april 2021 — Luxury Trust Automobil GmbH
(Zaak C-247/21)
(2021/C 263/12)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Verwaltungsgerichtshof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoeker tot Revision: Luxury Trust Automobil GmbH
Verwerende instantie: Finanzamt Österreich, Dienststelle Baden Mödling
Prejudiciële vragen
1) |
Moet artikel 42, onder a), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), gelezen in samenhang met artikel 197, lid 1, onder c), van deze richtlijn (zoals gewijzigd bij richtlijn 2010/45/EU (2) van de Raad van 13 juli 2010) aldus worden uitgelegd dat degene voor wie de levering bestemd is ook als de tot voldoening van de belasting gehouden persoon moet worden aangewezen wanneer op de factuur, waarop geen btw-bedrag wordt vermeld, wordt vermeld: “Vrijgestelde intracommunautaire driehoekstransactie”? |
2) |
Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord:
|
3) |
Moet artikel 219 bis van de richtlijn 2006/112/EG (zoals gewijzigd bij richtlijn 2010/45/EU van de Raad van 13 juli 2010 en de rectificatie (3)) aldus worden uitgelegd dat voor de facturering de regels gelden van de lidstaat waarvan de regels van toepassing zouden zijn, indien op de factuur (nog) geen “afnemer” was vermeld als de tot voldoening van de belasting gehouden persoon; of zijn de toe te passen regels die van de lidstaat waarvan de regels van toepassing zouden zijn, indien de aanwijzing van de “afnemer” als de tot voldoening van de belasting gehouden persoon als rechtsgeldig wordt aangemerkt? |
(2) Richtlijn van de Raad van 13 juli 2010 tot wijziging van richtlijn 2006/112/EG wat de factureringsregels betreft (PB 2010, L 189, blz. 1).
(3) Rectificatie van richtlijn 2010/45 tot wijziging van richtlijn 2006/112 (PB 2010, L 299, blz. 46).