Beschikking van de president van het Gerecht van 29 oktober 2020 – Facebook Ireland/Commissie

(Zaak T‑452/20 R)

„Kort geding – Mededinging – Verzoek om inlichtingen – Artikel 18, lid 3, van verordening (EG) nr. 1/2003 – Verzoek om voorlopige maatregelen – Spoedeisendheid – Fumus boni juris – Belangenafweging”

1. 

Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Cumulatieve voorwaarden – Afweging van alle betrokken belangen

(Art. 278 en 279 VWEU)

(zie punten 23, 24)

2. 

Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Onderzoek prima facie van de middelen die zijn aangevoerd ter ondersteuning van het beroep in de hoofdzaak – Beroep tegen een besluit van de Commissie waarbij de overlegging van een aantal documenten wordt gelast – Middelen die gebaseerd zijn op schending van het noodzakelijkheidsbeginsel en van het recht op eerbiediging van het privéleven – Middelen die niet op het eerste gezicht ongegrond zijn

(Art. 278 en 279 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 7; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18, lid 3)

(zie punten 30, 53, 68, 69)

3. 

Mededinging – Administratieve procedure – Verzoek om inlichtingen – Vermelding van de rechtsgronden en van het doel van het verzoek – Vereiste van een noodzakelijk verband tussen de gevraagde inlichtingen en de onderzochte inbreuk – Beoordelingsmarge van de Commissie – Rechterlijke toetsing – Omvang

(Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18, lid 3)

(zie punten 36‑52)

4. 

Mededinging – Administratieve procedure – Verzoek om inlichtingen – Schending van het privéleven – Toelaatbaarheid – Voorwaarden

(Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 7; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18, lid 3)

(zie punten 54‑67)

5. 

Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Ernstige en onherstelbare schade – Bewijslast rustend op de partij die om de voorlopige maatregel verzoekt – Risico op schending van de grondrechten – Ontoereikend om ernstige schade te doen ontstaan – Beoordeling naar de omstandigheden van het geval – Schade die verband houdt met de openbaarmaking van gevoelige persoonsgegevens van natuurlijke personen

(Art. 278 en 279 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 7; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 156, lid 3)

(zie punten 70, 71, 73‑75, 82, 94, 114)

6. 

Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Afweging van alle betrokken belangen – Opschorting van de tenuitvoerlegging van een besluit van de Commissie waarbij de overdracht wordt gelast van documenten die gevoelige persoonsgegevens kunnen bevatten – Afweging van het algemeen belang van de Commissie om de doeltreffendheid van de mededingingsregels van de Unie te waarborgen tegen het belang van de bescherming van het recht op privacy van natuurlijke personen – Invoering van een ad-hocprocedure voor het onderzoek van de documenten die gevoelige persoonsgegevens kunnen bevatten

(Art. 278 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 7; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18, lid 3)

(zie punten 115‑120)

Voorwerp

Verzoek krachtens de artikelen 278 en 279 VWEU tot opschorting van de tenuitvoerlegging van besluit C(2020) 3013 final van de Commissie van 4 mei 2020 inzake een procedure op grond van artikel 18, lid 3, en artikel 24, lid 1, onder d), van verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (zaak AT. 40684 – Praktijken van Facebook Marketplace)

Dictum

1) 

De tenuitvoerlegging van artikel 1 van besluit C(2020) 3013 final van de Europese Commissie van 4 mei 2020 inzake een procedure op grond van artikel 18, lid 3, en artikel 24, lid 1, onder d), van verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (zaak AT.40684 – Praktijken van Facebook Marketplace) wordt opgeschort voor zover de daarin geformuleerde verplichting betrekking heeft op documenten die geen verband houden met de commerciële activiteiten van Facebook Ireland Ltd en gevoelige persoonsgegevens bevatten, en voor zover de in punt 2 bedoelde procedure niet is vastgesteld.

2) 

Facebook Ireland zal de documenten met de in punt 1 bedoelde gegevens identificeren en op een afzonderlijke elektronische gegevensdrager toezenden aan de Commissie. Deze documenten zullen vervolgens in een virtuele dataroom worden geplaatst, die alleen toegankelijk zal zijn voor een zo gering mogelijk aantal leden van het onderzoeksteam, waarbij een gelijk aantal advocaten van Facebook Ireland (virtueel of fysiek) aanwezig zullen zijn. De leden van het onderzoeksteam zullen de betrokken documenten onderzoeken en selecteren, en zij zullen de advocaten van Facebook Ireland de mogelijkheid bieden om hun opmerkingen over de relevant geachte documenten te maken alvorens deze documenten in het dossier op te nemen. In geval van onenigheid over de kwalificatie van een document zullen de advocaten van Facebook Ireland het recht hebben om de redenen uiteen te zetten waarom zij het daar niet mee eens zijn. In geval van aanhoudende onenigheid zal Facebook Ireland de directeur voor Informatie, Communicatie en Media van het directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie om arbitrage kunnen verzoeken.

3) 

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen voor het overige.

4) 

De beschikking van 24 juli 2020, Facebook Ireland/Commissie (T‑452/20 R), wordt ingetrokken

5) 

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.