1.3.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/29


Beroep ingesteld op 21 december 2020 — Jakeliūnas/ESMA

(Zaak T-760/20)

(2021/C 72/41)

Procestaal: Litouws

Partijen

Verzoekende partij: Stasys Jakeliūnas (Vilnius, Litouwen) (vertegenwoordiger R. Paukštė, advocaat)

Verwerende partij: Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

Conclusies

de weigering van de ESMA, bij brief van 30 oktober 2020 (ESMA22-105-1261), van verzoekers verzoek van 30 september 2020 om een onderzoek naar mogelijke marktmanipulatie in te leiden (hierna: “verzoek”), ongegrond verklaren;

de ESMA gelasten het verzoek te heroverwegen;

de ESMA verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van het beroep voert verzoeker drie middelen aan.

1.

Het eerste middel is erop gebaseerd dat:

de voorschriften in richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad (1) de in het verzoek aangeduide mogelijke inbreuken omvatten;

die richtlijn vanaf de vaststelling ervan werd gecoördineerd op EU-niveau en er op dat niveau toezicht op werd gehouden. Dit is tevens bepaald in richtlijn 2003/124/EG (2);

bij verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3) de ESMA is opgericht, die feitelijk de taken overnam van de lichamen die tot dan toe toezicht hielden op de Europese effecten, en die verantwoordelijk werd voor de succesvolle uitvoering van en het toezicht op richtlijn 2003/6/EG en de bescherming van beleggers;

richtlijn 2003/6/EG was ingetrokken op 3 juli 2016;

de ESMA derhalve de plicht heeft om schendingen van richtlijn 2003/6/EG te onderzoeken die mogelijk vóór de oprichting van de ESMA hebben plaatsgevonden.

2.

Het tweede middel is ontleend aan het feit dat het in verband met het verzoek niet noodzakelijk is om verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad (4) en verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad (5) toe te passen, op welke verordeningen de weigering van de ESMA is gebaseerd.

3.

Het derde middel is erop gebaseerd dat:

de ESMA richtlijn 2003/6/EG te eng en rigide uitlegt en ten onrechte de werkingssfeer ervan beperkt. Het feit dat de voorschriften van die richtlijn zijn verlengd en nader zijn gedefinieerd bij verordening (EU) nr. 596/2014 brengt op zich niet met zich mee dat die richtlijn geen betrekking had op de in het verzoek aangeduide mogelijke gevallen van marktmanipulatie en niet op die gevallen hoeft te worden toegepast

de ESMA is voorbijgegaan aan de haar verstrekte informatie betreffende mogelijke niet-opgegeven belangenconflicten van banken, welke informatie wijst op een mogelijke schending van artikel 1, lid 2, onder c), en artikel 6, lid 5, van richtlijn 2003/6/EG.


(1)  Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (marktmisbruik) (PB 2003, L 96, blz. 16).

(2)  Richtlijn 2003/124/EG van de Commissie van 22 december 2003 tot uitvoering van richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de definitie en openbaarmaking van voorwetenschap en de definitie van marktmanipulatie betreft (PB 2003, L 339, blz. 70).

(3)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB 2010, L 331, blz. 84).

(4)  Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en verordening (EU) nr. 596/2014 (PB 2016, L 171, blz. 1).

(5)  Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en richtlijnen 2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB 2014, L 173, blz. 1).