Beroep ingesteld op 14 augustus 2020 — Fachverband Spielhallen en LM/Commissie

(Zaak T-510/20)

(2020/C 329/42)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partijen: Fachverband Spielhallen eV (Berlijn, Duitsland) en LM (vertegenwoordigers: A. Bartosch en R. Schmidt, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

—

het bestreden besluit nietig verklaren voor zover verweerster het bezwaar dat verzoekende partijen hebben ingediend in verband met maatregel 3 — te weten de verlaging van de bedrijfsbelasting en de inkomstenbelasting respectievelijk de vennootschapsbelasting, doordat de bedragen die zijn betaald in het kader van de winstafroming op grond van § 14 SpielbankG NRW (wet op de kansspelen van de deelstaat Noordrijn-Westfalen, Duitsland) worden afgetrokken van de grondslag voor die belastingen in Noordrijn-Westfalen — definitief heeft afgewezen en aldus heeft geweigerd de formele onderzoeksprocedure in te leiden met betrekking tot die maatregel;

—	verweerster verwijzen in de kosten van verzoekende partijen.

Middelen en voornaamste argumenten

Het onderhavige beroep strekt tot nietigverklaring van besluit C(2019) 8819 final van de Commissie van 9 december 2019 betreffende steunmaatregel SA.44944 (2019/C ex 2016/FC) — Fiscale behandeling van exploitanten van overheidscasino’s in Duitsland en steunmaatregel SA.53552 (2019/C ex 2019/FC) — Vermeende garantie voor exploitanten van overheidscasino’s in Duitsland (rentabiliteitsgarantie) — Duitsland.

Ter ondersteuning van het beroep wordt één middel aangevoerd dat gebaseerd is op schending van de procedurele rechten van verzoekende partijen doordat de Commissie heeft geweigerd om eveneens met betrekking tot maatregel 3 de formele onderzoeksprocedure in te leiden. Dit middel bestaat uit vier onderdelen:

—	De uit de rechtspraak van de Unierechter voortvloeiende vereisten zijn niet in acht genomen bij de kwalificatie van de winstafroming, die wordt toegepast op grond van § 14 SpielbankG NRW (oude versie), als belasting. Bij het onderzoek is uitgegaan van een onjuiste premisse.

—	De winstafroming op grond van § 14 SpielbankG NRW (oude versie) wordt niet gekwalificeerd als een belasting in de zin van de toepasselijke voorschriften van het Duitse recht.

—	De argumenten die verweerster aanvoert ter ondersteuning van haar standpunt in verband met de fiscale aard van de winstafroming, treffen geen doel.

—	Er is een onderscheid gemaakt tussen algemene en bijzondere winstbelastingen. Het verband tussen regel en uitzondering is omgekeerd.