24.8.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 279/50


Beroep ingesteld op 19 juni 2020 — Wuxi Suntech Power/Commissie

(Zaak T-403/20)

(2020/C 279/64)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Wuxi Suntech Power Co. Ltd (Wuxi, China) (vertegenwoordigers: Y. Melin en B. Vigneron, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) 2020/444 van de Commissie van 25 maart 2020 tot ongeldigverklaring van de facturen die door Wuxi Suntech Power Co. Ltd zijn afgegeven onder schending van de verbintenis die is ingetrokken bij uitvoeringsverordening (EU) 2017/1570;

verwijzing in de kosten van de procedure van de Commissie en van elke partij die in de loop van de procedure tot interventie aan de zijde van de Commissie wordt toegelaten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

1.

Eerste middel: kennelijke beoordelingsfout bij het beoordelen van de feiten van de zaak en schending van artikel 8 van verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie, en van artikel 13 van verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie en in het bijzonder lid 9 ervan, door te oordelen dat de verzoekende partij de voorwaarden van de verbintenis schond zoals die waren overeengekomen tussen de Commissie en de CCCME namens onder andere de verzoekende partij. De verzoekende partij handelde in overeenstemming met de verbintenis door facturen te rapporteren die overeenstemden met de wederverkopen van Suntech Europe France, Suntech Power Italy Co., Srl en Suntech Power Deutschland GmbH aan de eerste onafhankelijke afnemer in de EU tot zij niet meer met haar waren verbonden. De verzoekende partij handelde ook in overeenstemming met de verbintenis door de Commissie tijdig in kennis te stellen van de wijziging van haar aandeelhouderschap na een herstructurering die tot gevolg had dat de verzoekende partij niet langer verbonden was met de voornoemde ondernemingen.

2.

Tweede middel: zelfs indien de verzoekende partij de verbintenis zou hebben geschonden, quod non, heeft de Commissie onrechtmatig gehandeld door de desbetreffende facturen ongeldig te verklaren en er rechten op te innen, aangezien de bevoegdheden waarop zij zich beroept, zijn vervallen en/of ingetrokken. Dit zou het geval zijn omdat uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 1238/2013 en nr. 1239/2013 op 7 december 2015 zijn vervallen. Ook uitvoeringsverordeningen (EU) 2017/367 en nr. 2017/366 zijn op 3 september 2018 vervallen.

3.

Derde middel: onwettigheid van artikel 3, lid 2, van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1238/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot instelling van definitieve antidumpingsrechten op fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen), van oorsprong uit of verzonden uit de Volksrepubliek China, artikel 2, lid 2, van uitvoeringsverordening (EU) 2017/367 van de Commissie van 1 maart 2017 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen) van oorsprong uit of verzonden uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in de zin van artikel 11, lid 2, van verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad en tot beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek in de zin van artikel 11, lid 3, van verordening (EU) 2016/1036, artikel 2, lid 2, van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen), van oorsprong uit of verzonden uit de Volksrepubliek China, en artikel 2, lid 2, van uitvoeringsverordening (EU) 2017/366 van de Commissie van 1 maart 2017 tot instelling van definitieve compenserende rechten op fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen) van oorsprong uit of verzonden uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen in de zin van artikel 18, lid 2, van verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad en tot beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek in de zin van artikel 19, lid 3, van verordening (EU) 2016/1037, welke bepalingen de Commissie de bevoegdheid verlenen om de verbintenisfacturen ongeldig te verklaren en de douane te gelasten douanerechten te innen op eerdere invoer die in het vrij verkeer is gebracht.