20.4.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 129/11 |
Beroep ingesteld op 19 februari 2020 — Ramazani Shadary/Raad
(Zaak T-104/20)
(2020/C 129/13)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Emmanuel Ramazani Shadary (Kinshasa, Democratische Republiek Congo) (vertegenwoordigers: T. Bontinck, P. De Wolf en A. Guillerme, advocaten)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
— |
nietigverklaring van besluit (GBVB) 2019/2109 van de Raad van 9 december 2019, voor zover verzoeker daarbij is gehandhaafd onder punt 11 van bijlage II bij besluit 2010/788/GBVB; |
— |
nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) 2019/2101 van de Raad van 9 december 2019, voor zover verzoeker daarbij is gehandhaafd onder punt 11 van bijlage I bis bij verordening (EG) nr. 1183/2005; |
— |
vaststelling van de onwettigheid van artikel 3, lid 2, onder b), van besluit 2010/788/GBVB en artikel 2 ter, lid 1, onder b), van verordening (EG) 1183/2005/EG; |
— |
verwijzing van de Raad in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan die in wezen identiek zijn aan of overeenstemmen met de middelen die in het kader van zaak T-95/20, Kazembe Musonda/Raad, zijn aangevoerd.