3.1.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 2/30 |
Arrest van het Gerecht van 10 november 2021 — Stada Arzneimittel/EUIPO — Pfizer (RUXXIMLA)
(Zaak T-239/20) (1)
(“Uniemerk - Oppositieprocedure - Aanvraag voor Uniewoordmerk RUXXIMLA - Ouder Uniewoordmerk RUXIMERA - Relatieve weigeringsgrond - Verwarringsgevaar - Overeenstemmende tekens - Artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EU) 2017/1001”)
(2022/C 2/39)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Stada Arzneimittel AG (Bad Vilbel, Duitsland) (vertegenwoordigers: J.-C. Plate en R. Kaase, advocaten)
Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (vertegenwoordiger: D. Gája, gemachtigde)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep van het EUIPO, interveniënte voor het Gerecht: Pfizer Inc. (New York, New York, Verenigde Staten) (vertegenwoordigers: V. von Bomhard en J. Fuhrmann, advocaten)
Voorwerp
Beroep tegen de beslissing van de vierde kamer van beroep van het EUIPO van 13 februari 2020 (zaak R 1879/2019-4) inzake een oppositieprocedure tussen Pfizer en Stada Arzneimittel
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
Stada Arzneimittel AG wordt verwezen in de kosten. |