23.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 24/33 |
Arrest van het Gerecht van 16 november 2022 — Sciessent/Commissie
(Zaken T-122/20 en T-123/20) (1)
(“Biociden - Werkzame stoffen - Zilverzeoliet en zilverkoperzeoliet - Niet-goedkeuring voor de productsoorten 2 en 7 - Artikel 4 en artikel 19, lid 1, onder b), van verordening (EU) nr. 528/2012 - Werkzaamheid - Werkzame stoffen die zijn bestemd voor gebruik in behandelde voorwerpen - Beoordeling van de werkzaamheid van de behandelde voorwerpen zelf - Bevoegdheid van de Commissie - Discriminatieverbod - Rechtszekerheid - Gewettigd vertrouwen”)
(2023/C 24/46)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Sciessent LLC (Beverly, Massachusetts, Verenigde Staten) (vertegenwoordigers: K. Van Maldegem en P. Sellar, advocaten, en V. McElwee, solicitor)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Dawes en R. Lindenthal, gemachtigden)
Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Koninkrijk Zweden (vertegenwoordigers: R. Shahsavan Eriksson, C. Meyer-Seitz, A. Runeskjöld, M. Salborn Hodgson, H. Shev, H. Eklinder en O. Simonsson, gemachtigden), Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) (vertegenwoordigers: M. Heikkilä, C. Buchanan en T. Zbihlej, gemachtigden)
Voorwerp
Met haar beroepen op grond van artikel 263 VWEU vordert verzoekster, Sciessent LLC, nietigverklaring van uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1960 van de Commissie van 26 november 2019 tot niet-goedkeuring van zilverzeoliet als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden van de productsoorten 2 en 7 (PB 2019, L 306, blz. 42), en uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1973 van de Commissie van 27 november 2019 tot niet-goedkeuring van zilverkoperzeoliet als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden van de productsoorten 2 en 7 (PB 2019, L 307, blz. 58).
Dictum
1) |
De zaken T-122/20 en T-123/20 worden gevoegd voor het onderhavige arrest. |
2) |
De beroepen worden verworpen. |
3) |
Sciessent LLC draagt haar eigen kosten en die van de Europese Commissie. |
4) |
Het Koninkrijk Zweden en het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) dragen elk hun eigen kosten. |