12.4.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 128/10 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 23 december 2020 — Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen C, B
(Zaak C-704/20)
(2021/C 128/14)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Raad van State
Partijen in het hoofdgeding
Verzoeker: Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Verweerders: C, B
Prejudiciële vraag
Verplicht het Unierecht, meer in het bijzonder artikel 15, tweede lid, van de Terugkeerrichtlijn (2008/115/EG) (1) en artikel 9 van de Opvangrichtlijn (2013/33/EU) (2), gelezen in samenhang met artikel 6 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (PB 2007 C 303/01), tot een ambtshalve toetsing in die zin dat de rechter verplicht is uit eigen beweging (ex officio) te beoordelen of aan alle voorwaarden voor bewaring is voldaan, met inbegrip van de voorwaarden waarvan de vreemdeling niet heeft betwist dat eraan is voldaan, terwijl hij daartoe wel de mogelijkheid had?
(1) Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB 2008, L 348, blz. 98)
(2) Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (PB 2013, L 180, blz. 96)