Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 21 oktober 2021 –
T. B. en D. (Bevoegdheid in verzekeringszaken)

(Zaak C‑393/20) ( 1 )

„Prejudiciële verwijzing – Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken – Verordening (EU) nr. 1215/2012 – Bevoegdheid in verzekeringszaken – Artikel 11, lid 1, onder b) – Artikel 12 – Artikel 13, lid 2 – Personele werkingssfeer – Begrip ,getroffene’ – Beroepsbeoefenaar – Bijzondere bevoegdheden – Artikel 7, punt 2”

1. 

Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken – Verordening nr. 1215/2012 – Bevoegdheid in verzekeringszaken – Autonoom stelsel van verdeling van rechterlijke bevoegdheden

(Verordening nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad, art. 6, art. 7, punten 2 en 5, en art. 10‑16)

(zie punt 29)

2. 

Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken – Verordening nr. 1215/2012 – Bevoegdheid in verzekeringszaken – Doel – Bescherming van de zwakke partij – Begrip „zwakke partij” – Beroepsbeoefenaar die als contractuele cessionaris schadevorderingen op verzekeraars int – Daarvan uitgesloten

[Verordening nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad, overweging 18, art. 11, lid 1, b), en art. 13, lid 2]

(zie punten 32, 33, 35)

3. 

Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken – Verordening nr. 1215/2012 – Bevoegdheid in verzekeringszaken – Vorderingen ingesteld tegen de verzekeraar – Rechtstreekse vordering van de getroffene – Begrip „getroffene” – Vennootschap die diensten verricht ten behoeve van het directe slachtoffer van een verkeersongeval in ruil voor de schadevordering op de verzekeraar – Inning van schadevorderingen als contractuele cessionaris buiten een beroepsactiviteit op het gebied van de inning van dergelijke schuldvorderingen – Daarvan uitgesloten

[Verordening nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad, overweging 18, art. 11, lid 1, b), en art. 13, lid 2]

(zie punten 38, 40‑43, dictum 1)

4. 

Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken – Verordening nr. 1215/2012 – Bijzondere bevoegdheden – Bevoegdheid inzake verbintenissen uit onrechtmatige daad – Omvang – Geschil tussen een handelaar die een schuldvordering van een slachtoffer van een verkeersongeval heeft verworven en een verzekeringsonderneming – Daaronder begrepen – Controle van de specifieke toepassingsvoorwaarden door de nationale rechter

(Verordening nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad, art. 7, punt 2)

(zie punten 49‑52, 54, dictum 2)

Dictum

1) 

Artikel 13, lid 2, van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, gelezen in samenhang met artikel 11, lid 1, onder b), van deze verordening, moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling niet kan worden ingeroepen door een onderneming die, in ruil voor diensten die zij verleent aan de rechtstreeks getroffene van een verkeersongeval in verband met de door dit ongeval veroorzaakte schade, van die getroffene de schuldvordering op het gebied van verzekeringsuitkeringen heeft verworven teneinde die schuldvordering te innen bij de verzekeraar van de veroorzaker van het ongeval, zonder dat die onderneming echter een beroepsactiviteit uitoefent op het gebied van de inning van dergelijke schuldvorderingen.

2) 

Artikel 7, punt 2, van verordening nr. 1215/2012 moet aldus worden uitgelegd dat het kan worden ingeroepen door een beroepsbeoefenaar die door cessie de schuldvordering heeft verworven van de getroffene van een verkeersongeval met het oog op de instelling van een vordering wegens onrechtmatige daad voor de rechterlijke instanties van de lidstaat van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan, tegen de verzekeraar van de veroorzaker van het ongeval, die is gevestigd op het grondgebied van een andere lidstaat dan die van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan, mits is voldaan aan de toepassingsvoorwaarden van deze bepaling, hetgeen ter beoordeling van de verwijzende rechter staat.


( 1 ) PB C 423 van 7.12.2020.