30.11.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 414/19


Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 3 september 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Obvodní soud pro Prahu 8 — Tsjechië) — mBank/PA

(Zaak C-98/20) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Rechterlijke bevoegdheid in burgerlijke zaken - Verordening (EU) nr. 1215/2012 - Bevoegdheid van de gerechten van de lidstaat op het grondgebied waarvan de consument woonplaats heeft - Artikel 18, lid 2 - Door de ondernemer tegen de consument ingestelde rechtsvordering - Begrip “woonplaats van de consument” - Relevant tijdstip voor de vaststelling van de woonplaats van de consument - Overbrenging van de woonplaats van de consument na sluiting van de overeenkomst en vóór de instelling van het beroep)

(2020/C 414/24)

Procestaal: Tsjechisch

Verwijzende rechter

Obvodní soud pro Prahu 8

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: mBank S.A.

Verwerende partij: PA

Dictum

Het begrip “woonplaats van de consument” in artikel 18, lid 2, van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken moet aldus worden uitgelegd dat het verwijst naar de woonplaats van de consument op de datum waarop het beroep in rechte is ingesteld.


(1)  PB C 137 van 27.4.2020.