20.6.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 237/8


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 28 april 2022 (verzoeken om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Finanzgericht Hamburg — Duitsland) — Gräfendorfer Geflügel- und Tiefkühlfeinkost Produktions GmbH (C-415/20), F. Reyher Nchfg. GmbH & Co. KG vertr. d. d. Komplementärin Verwaltungsgesellschaft F. Reyher Nchfg. mbH (C-419/20), Flexi Montagetechnik GmbH & Co. KG / Hauptzollamt Hamburg (C-415/20 en C-419/20), Hauptzollamt Kiel (C-427/20)

(Gevoegde zaken C-415/20, C-419/20 en C-427/20) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Douane-unie - Rechten op terugbetaling of betaling van bedragen die een lidstaat in strijd met het Unierecht heeft geïnd of geweigerd - Antidumpingrechten, invoerrechten, uitvoerrestituties en geldboeten - Begrip “schending van het Unierecht” - Onjuiste uitlegging of toepassing van het Unierecht - Vaststelling van schending van het Unierecht door een rechterlijke instantie van de Unie of door een nationale rechterlijke instantie - Recht op de betaling van rente - Periode waarop deze betaling betrekking heeft)

(2022/C 237/09)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Finanzgericht Hamburg

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Gräfendorfer Geflügel- und Tiefkühlfeinkost Produktions GmbH (C-415/20), F. Reyher Nchfg. GmbH & Co. KG vertr. d. d. Komplementärin Verwaltungsgesellschaft F. Reyher Nchfg. mbH (C-419/20), Flexi Montagetechnik GmbH & Co. KG

Verwerende partijen: Hauptzollamt Hamburg (C-415/20 en C-419/20), Hauptzollamt Kiel (C-427/20)

Dictum

De Unierechtelijke beginselen inzake het recht van justitiabelen op de terugbetaling van geldsommen waarvan de betaling hun door een lidstaat in strijd met het Unierecht is opgelegd en inzake hun recht op de betaling van rente over deze geldsommen, moeten aldus worden uitgelegd dat zij:

ten eerste, van toepassing zijn ingeval de geldsommen in kwestie overeenkomen met tardief aan een justitiabele verleende uitvoerrestituties die hem eerder in strijd met het Unierecht zijn geweigerd, en met een geldboete die hem ten gevolge van deze schending van dat recht is opgelegd;

ten tweede, van toepassing zijn wanneer uit een beslissing van het Hof of van een nationale rechterlijke instantie volgt dat een nationale autoriteit de betaling van uitvoerrestituties, van een geldboete, van antidumpingrechten of van invoerrechten naargelang van het geval heeft geweigerd of opgelegd op basis van ofwel een onjuiste uitlegging ofwel een onjuiste toepassing van het Unierecht, en

ten derde, zich verzetten tegen een nationale regeling die inhoudt dat wanneer in strijd met het Unierecht de betaling van uitvoerrestituties, van een geldboete, van antidumpingrechten of van invoerrechten naargelang van het geval is geweigerd of opgelegd, slechts rente kan worden betaald voor de periode vanaf de datum waarop het beroep in rechte ter verkrijging van betaling of terugbetaling van de geldsom in kwestie is ingesteld tot de datum waarop de bevoegde rechter een beslissing heeft gegeven, met uitsluiting van de daaraan voorafgaande periode. Daarentegen staan die beginselen er op zich niet aan in de weg dat een nationale wettelijke regeling bepaalt dat slechts rente verschuldigd is indien een dergelijk beroep is ingesteld, voor zover dit er niet toe leidt dat de uitoefening van de door de justitiabelen aan het Unierecht ontleende rechten uiterst moeilijk wordt gemaakt.


(1)  PB C 432 van 7.12.2020.

PB C 414 van 30.11.2020.