31.1.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 51/6


Arrest van het Hof (Negende kamer) van 25 november 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Višje sodišče v Ljubljani — Slovenië) — Procedure ingesteld door NK, als curator in het faillissement van Alpine BAU GmbH

(Zaak C-25/20) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken - Insolventieprocedures - Verordening (EG) nr. 1346/2000 - Artikelen 4 en 28 - Artikel 32, lid 2 - Termijn voor de indiening van vorderingen in een insolventieprocedure - Indiening van vorderingen in een in een lidstaat aanhangige secundaire insolventieprocedure door de curator van de hoofdinsolventieprocedure die in een andere lidstaat loopt - Dwingende termijn die is vastgesteld in het recht van de lidstaat waar de secundaire insolventieprocedure wordt geopend)

(2022/C 51/07)

Procestaal: Sloveens

Verwijzende rechter

Višje sodišče v Ljubljani

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: NK, als curator in het faillissement van Alpine BAU GmbH

In tegenwoordigheid van: Alpine BAU GmbH, Salzburg — bijkantoor Celje, in staat van faillissement

Dictum

Artikel 32, lid 2, van verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures, gelezen in samenhang met de artikelen 4 en 28 van die verordening, moet aldus worden uitgelegd dat de curator van de hoofdinsolventieprocedure die vorderingen die al in deze procedure zijn ingediend, ook in een secundaire insolventieprocedure aanmeldt, gebonden is aan de bepalingen betreffende de termijnen voor indiening van vorderingen van schuldeisers en aan de gevolgen van tardieve indiening die gelden volgens het recht van de staat waar de secundaire procedure is geopend.


(1)  PB C 103 van 30.09.2020.