Beroep ingesteld op 25 september 2019 – Sasol Germany e.a./ECHA

(Zaak T-640/19)

(2019/C 406/45)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Sasol Germany GmbH (Hamburg, Duitsland), SI Group - Béthune (Béthune, Frankrijk), BASF SE (Ludwigshafen am Rhein, Duitsland) (vertegenwoordigers: C. Mereu, P. Sellar en S. Saez Moreno, advocaten)

Verwerende partij: Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

Conclusies

—	het onderhavige beroep ontvankelijk en gegrond verklaren;

—

de bestreden handeling gedeeltelijk nietig verklaren voor zover zij 4-tert-butylphenol (PTBP) opneemt als zeer zorgwekkende stof (ZZS) in de lijst van stoffen die in aanmerking komen om uiteindelijk te worden opgenomen in bijlage XIV van verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (1);

—	de verwerende partij verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoekende partijen vijf middelen aan.

1.	Eerste middel: schending van de criteria voor hormoonontregeling en van de op de bewijskracht gebaseerde aanpak, aangezien de verwerende partij niet heeft aangetoond dat er wetenschappelijke aanwijzingen zijn voor waarschijnlijke ernstige gevolgen voor de gezondheid van de mens of het milieu.

Tweede middel: schending van artikel 57, onder f), van verordening (EG) nr. 1907/2006 met betrekking tot stoffen die „even zorgwekkend zijn”, aangezien

—

ten eerste, bij de vereiste beoordeling of stoffen „even zorgwekkend zijn” krachtens verordening (EG) nr. 1907/2006 geen rekening is gehouden met andere factoren dan die welke verband houden met de gevaren die voortvloeien uit de intrinsieke eigenschappen van de stof noch met factoren zoals de biologische afbreekbaarheid van PTBP, die nodig zijn voor de beoordeling (of die gebaseerd zijn op louter vermoedens);

—	ten tweede, de voordragende lidstaat, Duitsland, zich heeft gebaseerd op onbetrouwbare gegevens en niet-onderbouwde informatie afgeleid uit de eigenschappen van andere stoffen;

—	ten derde, de bestreden beslissing stelt dat PTBP gelijkwaardig is aan een CMR-stof zonder een wetenschappelijke beoordeling ter onderbouwing.

3.	Derde middel: kennelijke beoordelingsfout/verzuim alle relevante informatie en in het bijzonder blootstellingsgegevens zorgvuldig mee te wegen.

4.	Vierde middel: schending van het evenredigheidsbeginsel/verzuim de minst ingrijpende optie te kiezen.

5.	Vijfde middel: schending van het evenredigheidsbeginsel/verzuim een risicobeheeranalyse uit te voeren en daarbij rekening te houden met risicobeheermaatregelen die reeds van toepassing zijn.

(1) Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB 2006, L 396, blz. 1).