5.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 263/60


Beroep ingesteld op 14 juni 2019 — Jalkh/Parlement

(Zaak T-360/19)

(2019/C 263/66)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Jean-François Jalkh (Gretz-Armainvilliers, Frankrijk) (vertegenwoordiger: F. Wagner, advocaat)

Verwerende partij: Europees Parlement

Conclusies

de wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 16 april 2019 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) wat betreft samenwerking met het Europees Openbaar Ministerie en de doeltreffendheid van de onderzoeken van OLAF [COM(2018)0338 — C8-0214/2018 — 2018/0170(COD)] nietig verklaren;

het Europees Parlement verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vier middelen aan.

1.

Eerste middel: schending van de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, doordat de bestreden resolutie het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) in staat stelt om toegang te krijgen tot persoonlijke informatie, wat in strijd is met het recht op eerbiediging van het privé-leven en het recht op bescherming van persoonsgegevens.

2.

Tweede middel: schending van de artikelen 8 en 9 van protocol (nr. 7) betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, doordat de bestreden resolutie OLAF in staat stelt om de parlementaire immuniteit van de leden van het Parlement te omzeilen.

3.

Derde middel: schending van artikel 5 van het Reglement van het Europees Parlement, en van artikel 4 van het Statuut van de leden van het Europees Parlement. Verzoeker stelt dat de bestreden resolutie OLAF in staat stelt om de parlementaire immuniteit van de leden van het Parlement te omzeilen en om toegang te verkrijgen tot documenten die niet van het Europees Parlement uitgaan.

4.

Vierde middel: schending van artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, doordat de bestreden resolutie de rechten van verdediging van de leden van het Parlement schendt.