18.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 103/48


Beroep ingesteld op 8 januari 2019 — Tsjechische Republiek/Commissie

(Zaak T-13/19)

(2019/C 103/63)

Procestaal: Tsjechisch

Partijen

Verzoekende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordigers: M. Smolek, J. Vláčil en O. Serdula, gemachtigden)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Oordelen dat de Europese Commissie haar verplichtingen niet is nagekomen die voortvloeien uit artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie in samenhang met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, door, in verband met de verstrekking van de traditionele eigen middelen ten bedrage van 40 482 255 CZK door de Tsjechische Republiek, geen procedure tegen de Tsjechische Republiek in te stellen wegens niet-nakoming van verplichtingen in verband hiermee of om het betreffende bedrag terug te betalen en

de Europese Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster één middel aan.

De Tsjechische Republiek is van mening dat de verplichting van de Europese Commissie tot bovengenoemd optreden voortvloeit uit het beginsel van loyale samenwerking als bedoeld in artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie in samenhang met het recht op een doeltreffende rechterlijke bescherming dat is neergelegd in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Gezien het feit dat volgens rechtspraak van het Hof (1) alleen het Hof in niet-nakomingsprocedures een geschil tussen een lidstaat en de Europese Commissie op het gebied van traditionele eigen middelen kan beslechten, moet de Europese Commissie, in verband met de uitvoering van de betrokken betaling, onverwijld een dergelijke procedure instellen of die betaling terugstorten als zij geen redenen vindt om een dergelijke procedure in te stellen.

De Tsjechische Republiek heeft het betrokken bedrag al in 2015 op de rekening van de Europese Commissie gestort. De Europese Commissie heeft in die zaak echter geen niet-nakomingsprocedure ingesteld en heeft het betrokken bedrag niet terugbetaald, hoewel de Tsjechische Republiek haar formeel verzocht heeft dit te doen. De Tsjechische Republiek voert derhalve aan dat de voorwaarden om vast te stellen dat de Commissie heeft nagelaten te handelen zijn vervuld.


(1)  Zie arrest van 25 oktober 2017, Slowakije/Commissie (C-593/15 P en C-594/15 P, EU:C:2017:800) en arrest van 25 oktober 2017, Roemenië/Commissie (C-599/15 P, EU:C:207:801).