25.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 175/26


Beschikking van het Gerecht van 12 maart 2020 — Comité de Douzelage de Houffalize / Commissie en EACEA

(Zaak T-236/19) (1)

(“Beroep tot nietigverklaring - Programma “Europa voor de burger” (2014-2020) - Oproep tot het indienen van voorstellen, Stedenbanden 2017 “tweede termijn” (Eacea 36/2014) - Besluit van Eacea tot afwijzing van verzoeksters kandidatuur wegens niet-naleving van een toelatingscriterium - Besluit van de Commissie waarbij het administratieve beroep betreffende het besluit van Eacea wordt verworpen - Kandidatuur van een feitelijke vereniging - Bekwaamheid om in rechte op te treden - Geen bewijs van het bestaan rechtens - Niet-ontvankelijkheid”)

(2020/C 175/34)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Comité de Douzelage de Houffalize (België) (vertegenwoordiger: A. Kettels, advocaat)

Verwerende partijen: Europese Commissie (vertegenwoordigers: G. Wils en A. Kyratsou, gemachtigden), Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (vertegenwoordigers: H. Monet en N. Durand, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring of tot wijziging van, ten eerste, het besluit van Eacea van 25 juni 2018 tot afwijzing van verzoeksters subsidieaanvraag in het kader van de oproep tot het indienen van voorstellen “Stedenbanden 2017, tweede termijn”, en, ten tweede, uitvoeringsbesluit C (2019) 572 final van de Commissie van 4 februari 2019 tot verwerping van het administratieve beroep dat verzoekster heeft ingesteld op grond van artikel 22, lid 1, van verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB 2003, L 11, blz. 1)

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Op de door het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (Eacea) opgeworpen exceptie van niet-ontvankelijkheid hoeft geen uitspraak te worden gedaan.

3)

Op het verzoek om toelating tot interventie van EACEA hoeft geen uitspraak te worden gedaan.

4)

Het Comité du Douzelage de Houffalize zal behalve zijn eigen kosten de kosten van de Europese Commissie en Eacea dragen, met uitzondering van de kosten die verband houden met het verzoek om toelating tot interventie.

5)

Eacea zal zijn eigen kosten dragen die verband houden met het verzoek om toelating tot interventie.


(1)  PB C 270 van 12.8.2019.