25.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 399/62


Beschikking van het Gerecht van 11 september 2019 – Cham Holding en Bena Properties/Raad

(Zaak T-55/19) (1)

(„Beroep tot schadevergoeding - Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen tegen Syrië - Bevriezing van tegoeden - Onbevoegdheid”)

(2019/C 399/77)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Cham Holding Co. SA (Damascus, Syrië) en Bena Properties Co. SA (Damascus, Syrië) (vertegenwoordiger: E. Ruchat, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: A. Jaume en V. Piessevaux, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 268 VWEU strekkende tot vergoeding van de schade die verzoeksters stellen te hebben geleden ten gevolge van de vaststelling van besluit (GBVB) 2018/778 van de Raad van 28 mei 2018 houdende wijziging van besluit 2013/255/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB 2018, L 131, blz. 16), en de daaraanvolgende uitvoeringshandelingen, en besluit (GBVB) 2019/806 van de Raad van 17 mei 2019 tot wijziging van besluit 2013/255/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB 2019, L 132, blz. 36), voor zover zij verzoeksters betreffen.

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Cham Holding Co. SA en Bena Properties Co. SA dragen hun eigen kosten en die van de Raad van de Europese Unie.


(1)  PB C 139 van 15.4.2019.