Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 5 september 2019 –
Iceland Foods/EUIPO
(Zaak C‑162/19 P)
„Hogere voorziening – Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Uniemerk – Oppositieprocedure – Absolute weigeringsgronden – Beslissing van de kamer van beroep om de procedure op te schorten en de zaak terug te verwijzen naar de onderzoeker voor een onderzoek van de absolute weigeringsgronden – Hogere voorziening kennelijk ongegrond”
1. |
Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Begrip – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren –Beslissing van de kamer van beroep om de procedure op te schorten en de zaak terug te verwijzen naar de onderzoeker voor een onderzoek van de absolute weigeringsgronden – Daarvan uitgesloten (Art. 263, vierde alinea, VWEU) (zie punten 5, 6) |
2. |
Hogere voorziening – Middelen – Geen precieze kritiek op een punt van de redenering van het Gerecht – Niet-ontvankelijkheid [Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 168, lid 1, d), en 169, lid 2] (zie punten 5, 6) |
Dictum
1) |
De hogere voorziening wordt kennelijk ongegrond verklaard. |
2) |
Iceland Foods Ltd draagt haar eigen kosten. |