27.5.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 182/19 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Amtsgericht Köln (Duitsland) op 22 februari 2019 — FZ/DER Touristik GmbH
(Zaak C-153/19)
(2019/C 182/23)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Amtsgericht Köln
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: FZ
Verwerende partij: DER Touristik GmbH
Prejudiciële vraag
Vormt een op verlaging van de reissom gerichte vordering die een reiziger krachtens een reisovereenkomst heeft op een reisorganisator omdat de vlucht ten gevolge van een vertraging niet naar behoren is uitgevoerd, een vordering tot verdere compensatie in de zin van artikel 12 van verordening (EG) nr. 261/2004 (1), en kan een recht op compensatie dat wegens de vertraging van de vlucht is toegekend met overeenkomstige toepassing van artikel 7 van deze verordening, in mindering worden gebracht op een dergelijke vordering in de zin van artikel 12 van die verordening?
(1) Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 (PB 2004, L 46, blz. 1).