17.1.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 24/3 |
Arrest van het Hof (Grote kamer) van 16 november 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Warszawie — Polen) — Strafzaken tegen WB (C-748/19), XA, YZ (C-749/19), DT (C-750/19), ZY (C-751/19), AX (C-752/19), BV (C-753/19), CU (C-754/19)
(Gevoegde zaken C-748/19 tot en met C-754/19) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Rechtsstaat - Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht - Artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU - Nationale regeling die de minister van Justitie de mogelijkheid biedt om rechters te detacheren bij hogere rechterlijke instanties en om deze detacheringen te beëindigen - Rechtsprekende formaties in strafzaken met door de minister van Justitie gedetacheerde rechters - Richtlijn (EU) 2016/343 - Vermoeden van onschuld)
(2022/C 24/04)
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Sąd Okręgowy w Warszawie
Partijen in de strafzaken
WB (C-748/19), XA, YZ (C-749/19), DT (C-750/19), ZY (C-751/19), AX (C-752/19), BV (C-753/19), CU (C-754/19)
in tegenwoordigheid van: Prokuratura Krajowa, voorheen Prokuratura Rejonowa w Mińsku Mazowieckim (C-748/19), Prokuratura Rejonowa Warszawa-Żoliborz w Warszawie (C-749/19), Prokuratura Rejonowa Warszawa-Wola w Warszawie (C-750/19, C-753/19 en C-754/19), Prokuratura Rejonowa w Pruszkowie (C-751/19), Prokuratura Rejonowa Warszawa-Ursynów w Warszawie (C-752/19), en Pictura sp. z o.o. (C-754/19)
Dictum
Artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU, gelezen in het licht van artikel 2 VEU, en artikel 6, leden 1 en 2, van richtlijn (EU) 2016/343 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende de versterking van bepaalde aspecten van het vermoeden van onschuld en van het recht om in strafprocedures bij de terechtzitting aanwezig te zijn, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen nationale bepalingen volgens welke de minister van Justitie van een lidstaat, op grond van criteria die niet openbaar zijn gemaakt, ten eerste, een rechter voor bepaalde of onbepaalde tijd kan detacheren bij een hogere strafrechtelijke instantie, en ten tweede, die detachering op elk moment en bij een ongemotiveerd besluit kan beëindigen, ongeacht of het een detachering voor bepaalde of onbepaalde tijd betreft.