|
3.12.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 436/63 |
Beroep ingesteld op 12 oktober 2018 — ZH / ECHA
(Zaak T-617/18)
(2018/C 436/87)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: ZH (vertegenwoordigers: L. Levi en N. Flandin, advocaten)
Verwerende partij: Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)
Conclusies
De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:
|
— |
haar beoordelingsrapport over 2016 nietig te verklaren; |
|
— |
voor zover nodig, nietig te verklaren het besluit van ECHA van 2 juli 2018, waarvan haar is kennisgegeven op 3 juli 2018, tot afwijzing van haar klacht tegen het beoordelingsrapport over 2016; |
|
— |
te gelasten dat de door haar geleden immateriële schade wordt vergoed; |
|
— |
de verwerende partij te verwijzen in alle kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.
|
1. |
Eerste middel, ontleend aan schending van artikel 2.2 van het besluit van ECHA van 18 juni 2015 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsbepalingen van artikel 15, lid 2, van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (RAP) en van artikel 44, lid 1, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie. |
|
2. |
Tweede middel, ontleend aan schending van de procedurevoorschriften voor de opstelling van beoordelingsrapporten zoals vastgelegd in het besluit van ECHA en met name in artikel 7, alsmede schending van artikel 43 van het Statuut, dat op grond van artikel 15 RAP van overeenkomstige toepassing is op tijdelijk functionarissen. |
|
3. |
Derde middel, ontleend aan het feit dat de beoordelaar met zijn negatieve kritiek op haar kennelijke beoordelingsfouten heeft gemaakt. |
|
4. |
Vierde middel, niet-nakoming van de motiveringsplicht. |