201806150531955352018/C 231/502712018TC23120180702NL01NLINFO_JUDICIAL20180503394021

Zaak T-271/18: Beroep ingesteld op 3 mei 2018 — Mauritsch/INEA


C2312018NL3910120180503NL0050391402

Beroep ingesteld op 3 mei 2018 — Mauritsch/INEA

(Zaak T-271/18)

2018/C 231/50Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Walter Mauritsch (Wenen, Oostenrijk) (vertegenwoordigers: S. Rodrigues en A. Champetier, advocaten)

Verwerende partij: Uitvoerend Agentschap voor Innovatie en Netwerken (INEA)

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

ten eerste het besluit van de verwerende partij van 24 januari 2018 tot afwijzing van verzoekers klacht van 4 oktober 2017 nietig te verklaren, en ten tweede haar besluit van 2 augustus 2017 tot afwijzing van verzoekers op 10 april 2017 ingediende verzoek tot schadevergoeding;

de verwerende partij te veroordelen tot vergoeding van de materiële schade die verzoeker heeft geleden door haar fout, hetgeen neerkomt op het verlies van zijn recht op werkloosheidsuitkeringen voor een periode van maximaal drie jaar, verhoogd met de toepasselijke rente; en

de verwerende partij te verwijzen in verzoekers kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker aan dat de verwerende partij hem geen juiste en duidelijke informatie heeft verstrekt over zijn rechten op het gebied van de sociale zekerheid voor het geval de verlenging van zijn overeenkomst zou worden geweigerd. Hij stelt in dat verband dat hij niet kon weten dat zijn weigering om de overeenkomst te ondertekenen, zou worden behandeld als een ontslag. Verzoeker beschikte dus over geen informatie en de verwerende partij heeft niet voldaan aan haar zorgplicht en heeft tevens het beginsel van behoorlijk bestuur geschonden zoals neergelegd in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.