Zaak T-240/18: Beroep ingesteld op 16 april 2018 — Polskie Linie Lotnicze „LOT”/Commissie
Beroep ingesteld op 16 april 2018 — Polskie Linie Lotnicze „LOT”/Commissie
(Zaak T-240/18)
2018/C 200/59Procestaal: PoolsPartijen
Verzoekende partij: Polskie Linie Lotnicze „LOT” S.A. (Warschau, Polen) (vertegenwoordiger: M. Jeżewski, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
nietigverklaring van besluit C(2017) 8776 final van de Europese Commissie van 12 december 2017 in de zaak M.8672 (EASYJET/CERTAIN AIR BERLIN ASSETS); |
— |
verwijzing van de Commissie in de kosten van de procedure voor het Gerecht; |
— |
de Commissie verplichten in het kader van haar verweerschrift in te gaan op bepaalde vragen van verzoekster over het verloop van het onderzoek van de gevolgen van de betrokken concentratie voor de mededinging en bepaalde bewijsmiddelen over te leggen die de grondslag vormen voor haar besluit. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij zes middelen aan.
1. |
Eerste middel: de Commissie heeft bepalingen van de EU-Verdragen en uitvoeringsbepalingen daarvan geschonden, inzonderheid bepalingen van verordening (EG) nr. 139/2004 ( 1 ) door na te laten de ongunstige gevolgen van de concentratie uit oogpunt van de mededinging volledig te beoordelen. |
2. |
Tweede middel: de Commissie heeft de gevolgen van de concentratie voor de mogelijkheid om passagiersluchtvervoersdiensten aan te bieden en voor bepaalde vliegvelden onjuist beoordeeld en daarmee een ernstige en kennelijke fout gemaakt bij de beoordeling van de concentratie. Een regelmatig uitgevoerde analyse van de concentratie moet leiden tot de conclusie dat zij een reeks negatieve gevolgen zou hebben voor de mededinging, waaronder negatievere gevolgen voor de mededinging dan het uitblijven van de concentratie in het alternatieve scenario. |
3. |
Derde middel: de Commissie heeft de Richtsnoeren voor de beoordeling van horizontale fusies geschonden door na te laten te onderzoeken of de toename van de efficiëntie door de concentratie de negatieve gevolgen voor de mededinging neutraliseert. |
4. |
Vierde middel: de Commissie heeft Verdragsbepalingen en uitvoeringsbepalingen daarvan geschonden door na te laten easyJet verbintenissen op te leggen waardoor een wezenlijke verstoring van een efficiënte mededinging door de concentratie kan worden vermeden. |
5. |
Vijfde middel: de Commissie heeft Verdragsbepalingen en uitvoeringsbepalingen daarvan geschonden door na te laten de invloed van de concentratie op de interne markt te beoordelen in de context van de staatssteun die voordien op 15 augustus 2017 aan Air Berlin is verstrekt in de vorm van een lening van de BRD ten belope van 150 miljoen EUR. Deze steun is bij besluit C(2017) 6080 final van de Commissie van 4 september 2007 in de zaak van de staatssteun van de Bondsrepubliek Duitsland aan Air Berlin bevestigd. |
6. |
Zesde middel: de Commissie heeft artikel 296 VWEU geschonden doordat zij haar besluit ontoereikend heeft gemotiveerd, wat onder meer daaruit blijkt dat een volledige analyse van de feiten van de zaak ontbreekt, is voorbijgegaan aan een serie aspecten die onmisbaar zijn voor een behoorlijke toetsing van de invloed van de transactie op de mededinging onmisbaar zijn, is nagelaten de invloed van de concentratie op de interne markt te beoordelen in de context van de staatssteun die voordien aan Air Berlin is verstrekt en geen onderbouwing is gegeven voor het ontbreken van een dergelijke beoordeling. |
( 1 ) Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de „EG-concentratieverordening”) (PB 2004, L 24, blz. 1).