30.4.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 152/44


Beroep ingesteld op 27 februari 2018 — Darmanin / EASO

(Zaak T-116/18)

(2018/C 152/54)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Joanna Darmanin (Sliema, Malta) (vertegenwoordiger: N. De Montigny, advocaat)

Verwerende partij: Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

vast te stellen en te verklaren,

het besluit van het TAOBG (Executive Director) van 27 juni 2017 waarbij verzoekster aan het einde van de proeftijd met ingang van 15 juli 2017 is ontslagen wordt nietig verklaard;

voor zover nodig, het uitdrukkelijke besluit tot afwijzing van de klacht van 29 januari 2018 wordt nietig verklaard;

de verwerende partij te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij zeven middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan schending van artikel 14 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden (hierna: „RAP”) en van de handleiding voor de beoordelingsprocedure van stagiaires bij het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO).

2.

Tweede middel, ontleend aan schending van artikel 43 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie (hierna: „Statuut”) en van het besluit van het bestuur van EASO van 18 januari 2016 waarbij met betrekking tot tijdelijk personeel uitvoering wordt gegeven aan de artikelen 43 en 44 van het Statuut.

3.

Derde middel, ontleend aan schending van besluit nr. 11 van het bestuur van EASO van 4 juli 2012 betreffende tijdelijk kaderpersoneel.

4.

Vierde middel, ontleend aan schending van de beginselen van behoorlijk bestuur en rechtszekerheid.

5.

Vijfde, subsidiair aangevoerd middel, ontleend aan een exceptie van onwettigheid wegens schending van het beginsel van gelijke behandeling en van het recht om daadwerkelijk te worden gehoord.

6.

Zesde middel, ontleend aan schending van het recht op een wettige, rechtvaardige en voorzienbare beoordelingsprocedure.

7.

Zevende middel, ontleend aan de niet-inachtneming van de regels op het gebied van de bewijslast.