|
30.4.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 152/44 |
Beroep ingesteld op 27 februari 2018 — Darmanin / EASO
(Zaak T-116/18)
(2018/C 152/54)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Joanna Darmanin (Sliema, Malta) (vertegenwoordiger: N. De Montigny, advocaat)
Verwerende partij: Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)
Conclusies
De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:
|
— |
vast te stellen en te verklaren,
|
|
— |
de verwerende partij te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij zeven middelen aan.
|
1. |
Eerste middel, ontleend aan schending van artikel 14 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden (hierna: „RAP”) en van de handleiding voor de beoordelingsprocedure van stagiaires bij het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO). |
|
2. |
Tweede middel, ontleend aan schending van artikel 43 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie (hierna: „Statuut”) en van het besluit van het bestuur van EASO van 18 januari 2016 waarbij met betrekking tot tijdelijk personeel uitvoering wordt gegeven aan de artikelen 43 en 44 van het Statuut. |
|
3. |
Derde middel, ontleend aan schending van besluit nr. 11 van het bestuur van EASO van 4 juli 2012 betreffende tijdelijk kaderpersoneel. |
|
4. |
Vierde middel, ontleend aan schending van de beginselen van behoorlijk bestuur en rechtszekerheid. |
|
5. |
Vijfde, subsidiair aangevoerd middel, ontleend aan een exceptie van onwettigheid wegens schending van het beginsel van gelijke behandeling en van het recht om daadwerkelijk te worden gehoord. |
|
6. |
Zesde middel, ontleend aan schending van het recht op een wettige, rechtvaardige en voorzienbare beoordelingsprocedure. |
|
7. |
Zevende middel, ontleend aan de niet-inachtneming van de regels op het gebied van de bewijslast. |