19.3.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 104/47


Beroep ingesteld op 19 januari 2018 — PAN Europe / Commissie

(Zaak T-25/18)

(2018/C 104/60)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Pesticide Action Network Europe (PAN Europe) (Brussel, België) (vertegenwoordiger: B. Kloostra, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Besluit C(2017) 7604 final van de Commissie van 9 november 2017, waarbij verzoekster gedeeltelijk toegang is geweigerd tot de documenten betreffende het opstellen van gedelegeerde verordeningen betreffende wetenschappelijke criteria voor de beoordeling hormoonontregelende stoffen, nietig verklaren;

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

1.

Eerste middel: door het bestreden besluit vast te stellen, heeft de Commissie gehandeld in strijd met artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening (EG) nr. 1049/2001 en dit artikel onjuist toegepast. (1)

De Commissie heeft gehandeld in strijd met artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening nr. 1049/2001 en zij heeft dit artikel onjuist toegepast door het toe te passen op informatie betreffende een beëindigd besluitvormingsproces.

De Commissie heeft gehandeld in strijd met artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening nr. 1049/2001, omdat zij de weigeringsgrond niet op voldoende restrictieve wijze heeft geïnterpreteerd of toegepast en niet heeft aangetoond dat openbaarmaking het besluitvormingsproces ernstig zou ondermijnen.

2.

Tweede middel: door het bestreden besluit vast te stellen heeft de Commissie gehandeld in strijd met artikel 6, lid 1, van verordening (EG) nr. 1367/2006 (2) en artikel 4, lid 3, van verordening 1049/2001.

De Commissie heeft in strijd met artikel 6, lid 1, van verordening nr. 1367/2006 en artikel 4, lid 3, van verordening nr. 1049/2001 gehandeld door de documenten waarnaar is verwezen in het verzoek om toegang, niet concreet en individueel te onderzoeken en door niet voor elk concreet document te rechtvaardigen waarom het niet mag worden openbaar gemaakt, door de weigeringsgrond van artikel 4, lid 3, van verordening nr. 1049/2001 niet op een voldoende restrictieve wijze te interpreteren; voorts heeft de Commissie in strijd met de bovengenoemde bepalingen gehandeld omdat zij het specifieke belang bij bescherming van het besluitvormingsproces niet heeft afgewogen tegen het algemene belang van openbaarmaking van milieu-informatie en door onvoldoende redenen te geven voor de weigering.

3.

Derde middel: de Commissie heeft er ten onrechte geen rekening mee gehouden dat een hoger openbaar belang openbaarmaking van de gevraagde informatie gebiedt.

Vanwege de ingrijpende beleidswijziging tijdens het besluitvormingsproces en de ingrijpende wijzing in het ontwerp van de wetenschappelijke criteria die tijdens dit proces zijn vastgesteld, gebiedt een hoger openbaar belang openbaarmaking van de gevraagde informatie.


(1)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB 2001, L 145, blz. 43).

(2)  Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen (PB 2006, L 264, blz. 13).