Arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 10 september 2019 –
BO/Hof van Justitie van de Europese Unie

(Zaak T‑50/18)

„Overheidsopdrachten voor diensten – Aanbestedingsprocedure – Aanbesteding door het Hof van Justitie van de Europese Unie – Freelancevertalers – Selectieprocedure – Afwijzing van de offerte van een inschrijver – Motiveringsplicht – Kennelijke beoordelingsfout”

1. 

Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beoordeling van de motiveringsplicht aan de hand van de omstandigheden van het geval – Noodzaak om alle relevante feitelijke en juridische elementen te vermelden – Geen

(Art. 296, tweede alinea, VWEU)

(zie punten 22, 23)

2. 

Overheidsopdrachten van de Europese Unie – Gunning van een opdracht na een aanbesteding – Beoordelingsbevoegdheid van de instellingen – Rechterlijke toetsing – Grenzen

(zie punt 33)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van het besluit van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 23 november 2017 waarbij de inschrijving van verzoekende partij met het oog op het sluiten van een kaderovereenkomst voor de vertaling van juridische teksten van het Duits naar het Grieks is afgewezen

Dictum

1) 

Het beroep wordt verworpen.

2) 

BO wordt verwezen in de kosten.