22.10.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 381/26 |
Beschikking van de president van het Gerecht van 20 augustus 2018 — IFSUA/Raad
(Zaak T-251/18 R)
((„Kort geding - Vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden - Maatregelen voor de visserij van zeebaars - Vangstverbod in de recreatieve visserij - Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging - Geen spoedeisendheid”))
(2018/C 381/30)
Procestaal: Spaans
Partijen
Verzoekende partij: International Forum for Sustainable Underwater Activities (IFSUA) (Barcelona, Spanje) (vertegenwoordiger: T. Gui Mori, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: F. Naert en P. Plaza García, gemachtigden)
Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Morales Puerta, F. Moro en A. Stobiecka-Kuik, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens de artikelen 278 en 279 VWEU tot opschorting van de tenuitvoerlegging van artikel 2, lid 2, en artikel 9, leden 4 en 5, van verordening (EU) 2018/120 van de Raad van 23 januari 2018, tot vaststelling voor 2018 van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn en tot wijziging van verordening (EU) 2017/127 (PB 2018, L 27, blz. 1).
Dictum
1) |
Het verzoek in kort geding wordt afgewezen. |
2) |
De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |