5.7.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 263/15


Arrest van het Gerecht van 19 mei 2021 — China Chamber of Commerce for Import and Export of Machinery and Electronic Products e.a./Commissie

(Zaak T-254/18) (1)

(“Dumping - Invoer van bepaalde gietijzeren producten van oorsprong uit China - Definitief antidumpingrecht - Beroep tot nietigverklaring - Ontvankelijkheid - Vereniging - Procesbevoegdheid - Procesbelang - Vaststelling van de schade - Berekening van de omvang van de invoer - Macro- en micro-economische indicatoren - Steekproeven - Berekening van de productiekosten van de bedrijfstak van de Unie - Binnen een groep gefactureerde prijzen - Causaal verband - Analyse van toerekenbaarheid en niet-toerekenbaarheid - Geen analyse van de schade per segment - Beoordeling van het belang van de prijsonderbieding - Vertrouwelijke behandeling van de informatie - Rechten van de verdediging - PCN-methode - Vergelijkbaarheid van producten - Berekening van de normale waarde - Vergelijkbaar land - Correctie uit hoofde van de btw - Bepaling van verkoopkosten, algemene kosten, administratiekosten en winst”)

(2021/C 263/20)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: China Chamber of Commerce for Import and Export of Machinery and Electronic Products (Peking, China) en 9 andere verzoeksters wier namen zijn opgenomen in de bijlage bij het arrest (vertegenwoordigers: R. Antonini, E. Monard en B. Maniatis, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: T. Maxian Rusche en P. Němečková, gemachtigden)

Interveniëntes aan de zijde van verwerende partij: EJ Picardie (Saint-Crépin-Ibouvillers, Frankrijk) en de 7 andere interveniëntes wier namen zijn opgenomen in de bijlage bij het arrest (vertegenwoordigers: U. O’Dwyer, B. O’Connor, solicitors, en M. Hommé, advocaat)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) 2018/140 van de Commissie van 29 januari 2018 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaalde gietijzeren producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China en tot beëindiging van het onderzoek naar de invoer van bepaalde gietijzeren producten van oorsprong uit India (PB 2018, L 25, blz. 6), voor zover zij verzoeksters betreft.

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

China Chamber of Commerce for Import and Export of Machinery and Electronic Products en de andere verzoeksters wier namen zijn opgenomen in de bijlage bij het arrest worden verwezen in de kosten.


(1)  PB C 211 van 18.6.2018.