11.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 54/12


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de tribunal d’instance d’Aulnay-sous-Bois (Frankrijk) op 3 december 2018 — LC, MD / easyJet Airline Co. Ltd

(Zaak C-756/18)

(2019/C 54/15)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Tribunal d’instance d’Aulnay-sous-Bois

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: LC, MD

Verwerende partij: easyJet Airline Co. Ltd

Prejudiciële vragen

Dient artikel 3, lid 2, onder a), van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 (1) (hierna: „verordening nr. 261/2004”) aldus te worden uitgelegd dat passagiers zich slechts op de bepalingen van deze verordening kunnen beroepen wanneer zij hun aanwezigheid bij de incheckbalie bewijzen?

Zo ja, verzet artikel 3, lid 2, onder a), van verordening (EG) nr. 261/2004 zich tegen een systeem van weerlegbaar vermoeden volgens hetwelk de voorwaarde van de aanwezigheid van de passagier bij de incheckbalie als vervuld wordt beschouwd zodra de passagier beschikt over een boeking die is aanvaard en geregistreerd door de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, in de zin van artikel 2, onder g)?


(1)  PB L 46, blz. 1.