201808030332049842018/C 294/193182018CJC29420180820NL01NLINFO_JUDICIAL20180511141411

Zaak C-318/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel (België) op 11 mei 2018 — Oracle Belgium BVBA tegen Belgische Staat


C2942018NL1410120180511NL0019141141

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel (België) op 11 mei 2018 — Oracle Belgium BVBA tegen Belgische Staat

(Zaak C-318/18)

2018/C 294/19Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekster: Oracle Belgium BVBA

Verweerder: Belgische Staat

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 2, (2), van het besluit van 11 januari 2016 van de Europese Commissie (SA.37667), luidens hetwelk „bedragen (van de onrechtmatig geachte steunmaatregel van België aan de bvba Tekelec International, bestaande uit een vrijstelling van belasting van de zgn. 'overwinst' voor de boekjaren 2009, 2010, 2011 en 2012, verleend door de Rulingcommissie van de Belgische fiscus bij beslissing van 1 juli 2008) die niet van de ontvangers zijn teruggevorderd na de in lid 1 beschreven terugvordering dienen te worden teruggevorderd van de vennootschapsgroep waartoe de ontvanger behoort”, worden begrepen in die zin dat bij overname van de ontvanger van de steunmaatregel (de bvba Tekelec International) door een nieuwe vennootschapsgroep (de Oracle-groep) na het einde van de steunmaatregel (de steunmaatregel geldend voor de boekjaren 2009, 2010, 2011 en 2012, en de overname daterend van 10 juni 2013) en voor het begin van het onderzoek van de Europese Commissie naar de geoorloofdheid van de steunmaatregel (opgestart bij brief van 19 december 2013), „de vennootschapsgroep waartoe de ontvanger behoort” de vennootschapsgroep van de koper wordt, dan wel de vennootschapsgroep van de verkoper blijft?

2)

Als het antwoord op die eerste vraag afhankelijk is, ongeacht de aard van de onrechtmatig geachte steunmaatregel (economisch of fiscaal), van de vraag of de overnameprijs al dan niet marktconform is, nl. dat de vennootschapsgroep van de verkoper de begunstigde blijft als de overnameprijs marktconform is, meer bepaald als de waarde van de bedoelde steunmaatregel opgenomen is in de overnameprijs, en dat de vennootschapsgroep van de koper de begunstigde wordt als de overnameprijs onder de marktprijs ligt, meer bepaald als de waarde van de bedoelde steunmaatregel niet of niet volledig opgenomen is in de overnameprijs, op wie rust dan, bij terugvordering van de onrechtmatig geachte steunmaatregel van de vennootschapsgroep van de koper, of van een lid ervan, de bewijslast: moet de nieuwe vennootschapsgroep of het aangesproken lid ervan bewijzen dat de overnameprijs marktconform is of moet de terugvorderende instantie, de Belgische Staat, bewijzen dat de overnameprijs onder de marktprijs ligt?

3)

Als het antwoord op die eerste vraag daarentegen, wegens de fiscale aard van de omstreden steunmaatregel, niet afhankelijk is van de vraag of de overnameprijs al dan niet marktconform is, op welke grond moet dan bepaald worden welke vennootschapsgroep, door de overname, „de vennootschapsgroep waartoe de ontvanger behoort” is?