7.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 161/17


Hogere voorziening ingesteld op 6 februari 2018 door Sophie Montel tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 29 november 2017 in zaak T-634/16, Montel / Parlement

(Zaak C-84/18 P)

(2018/C 161/20)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirante: Sophie Montel (vertegenwoordiger: G. Sauveur, advocaat)

Andere partijen in de procedure: Europees Parlement, Raad van de Europese Unie

Conclusies

Het bestreden arrest aldus wijzigen:

nietig verklaren het besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 24 juni 2016, waarvan kennis is gegeven op 6 juli 2016 en waarin wordt gepreciseerd dat „een bedrag van 77 276,42 EUR ten onrechte is betaald aan Sophie Montel” en de bevoegde ordonnateur en boekhouder van de instelling wordt gelast over te gaan tot terugvordering van dat bedrag;

eveneens nietig verklaren debet nota nr. 2016-897, op 4 juli 2016 ondertekend door dezelfde directeur-generaal Financiën;

beslissen over het bedrag dat rekwirante moet worden toegekend ter vergoeding van haar immateriële schade als gevolg van de ongegronde beschuldigingen vóór enige afronding van het onderzoek, de schade die aan haar imago is toegebracht en de aanzienlijke problemen die zij in haar privé- en politieke leven heeft ondervonden door het bestreden besluit;

beslissen over het bedrag dat rekwirante moet worden toegekend uit hoofde van de proceskosten;

het Parlement verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

1.

Eerste middel, ontleend aan onbevoegdheid van degene die de handeling heeft verricht

Financiële kwesties vallen onder de bevoegdheid van het Bureau van het Europees Parlement, en niet onder die van de secretaris-generaal

Ontbreken van delegatie van de secretaris-generaal

Exceptie van onwettigheid wegens de inbreuk op de onafhankelijkheid van de leden van het Parlement en op het recht op een onpartijdig vonnis

2.

Tweede middel, ontleend aan schending van het beginsel „electa una via

De voorzitter van het Parlement heeft OLAF en de Franse justitie ingeschakeld

3.

Derde middel, ontleend aan schending van de rechten van de verdediging

Schending van het vermoeden van onschuld door de voorzitter van het Parlement

Het Parlement is rechter en partij

Verandering van grieven die het Parlement in de loop van de procedure heeft aangevoerd

Weigering van de secretaris-generaal om rekwirante te horen

4.

Vierde middel, ontleend aan omkering van de bewijslast

Het Parlement heeft rekwirante verplicht om aan te tonen dat zij niet nalatig was geweest, terwijl het over geen enkel element beschikte om serieus te kunnen stellen dat er sprake was van een nalatigheid

5.

Vijfde middel, ontleend aan een ontoereikende motivering

De enig aangevoerde grond is de bekendmaking van een organogram, terwijl dit niets bewijst

6.

Zesde middel, ontleend aan schending van de beginselen van rechtszekerheid en van gewettigd vertrouwen

Geen enkele regel stelt de lijst van de te verstrekken stukken vast en rekwirante is derhalve overgeleverd aan de willekeur van het Parlement

7.

Zevende middel, ontleend aan een inbreuk op de civiele rechten van parlementaire medewerkers

Het Parlement verbiedt medewerkers om politieke activiteiten te ontplooien

8.

Achtste middel, ontleend aan een discriminatoire behandeling, aan „Fumus persecutionis” en aan misbruik van bevoegdheid

Rekwirante heeft deze procedure ondergaan wegens de politieke vijandigheid van de voorzitter van het Europees Parlement

9.

Negende middel, ontleend aan een inbreuk op de onafhankelijkheid van de leden van het Parlement

Het werk van de parlementaire medewerker beperkt zich niet tot wetgevend werk

10.

Tiende middel, ontleend aan het gebrek aan feiten

Het Parlement heeft slechts geantwoord dat de door rekwirante overgelegde stukken niets bewezen, terwijl uit deze stukken het werk van de medewerker bleek

Het Parlement is niet in staat om zijn eigen stellingen te bewijzen

11.

Elfde middel, ontleend aan schending van het evenredigheidsbeginsel

Het organogram (de aanleiding voor de door de voorzitter van het Parlement gestarte procedures) is in februari 2015 bekendgemaakt, maar de terugvordering van het onverschuldigd betaalde gaat terug tot augustus 2014