2.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 68/17


Beschikking van het Hof (Vijfde kamer) van 4 december 2019 – Republiek Polen/PGNiG Supply & Trading GmbH, Europese Commissie

(Gevoegde zaken C-181/18 P) (1)

(Hogere voorziening - Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Beroep tot nietigverklaring - Artikel 263, vierde alinea, VWEU - Ontvankelijkheid - Besluit dat rekwirante noch rechtstreeks noch individueel raakt - Regelgevingshandeling - Geen - Artikel 130 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht - Beoordeling ten gronde van de middelen - Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Recht op een doeltreffende rechterlijke bescherming en een eerlijk proces - Beginsel van hoor en wederhoor - Kennelijk niet-ontvankelijke hogere voorziening)

(2020/C 68/15)

Procestaal: Pools

Partijen

Rekwirante: Republiek Polen (vertegenwoordiger: B. Majczyna, gemachtigde)

Andere partijen in de procedure: PGNiG Supply & Trading GmbH (vertegenwoordiger: M. Jeżewski, adwokat), Europese Commissie (vertegenwoordigers: O. Beynet en K. Herrmann, gemachtigden)

Interveniënte: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: aanvankelijk T. Henze en R. Kanitz, vervolgens R. Kanitz, gemachtigden)

Dictum

1)

De hogere voorziening wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

2)

De Republiek Polen draagt haar eigen kosten en die van de Europese Commissie.


(1)  PB C 152 van 30.4.2018.