8.2.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/3


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 8 december 2020 — Hongarije / Europees Parlement, Raad van de Europese Unie

(Zaak C-620/18) (1)

(Beroep tot nietigverklaring - Richtlijn (EU) 2018/957 - Vrij verrichten van diensten - Terbeschikkingstelling van werknemers - Arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden - Beloning - Duur van de terbeschikkingstelling - Bepaling van de rechtsgrondslag - Artikelen 53 en 62 VWEU - Wijziging van een bestaande richtlijn - Artikel 9 VWEU - Misbruik van bevoegdheid - Non-discriminatiebeginsel - Noodzaak - Evenredigheidsbeginsel - Reikwijdte van het beginsel van de vrijheid van dienstverrichting - Wegvervoer - Artikel 58 VWEU - Verordening (EG) nr. 593/2008 - Werkingssfeer - Rechtszekerheidsbeginsel en beginsel van duidelijkheid van de wetgeving)

(2021/C 44/03)

Procestaal: Hongaars

Partijen

Verzoekende partij: Hongarije (vertegenwoordigers: M. Z. Fehér, G. Tornyai en M. M. Tátrai, gemachtigden)

Verwerende partijen: Europees Parlement (vertegenwoordigers: M. Martínez Iglesias, L. Visaggio en A. Tamás, gemachtigden), Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk A. Norberg, M. Bencze en E. Ambrosini, vervolgens A. Norberg, E. Ambrosini, A. Sikora-Kalėda en Zs. Bodnár, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van het Europees Parlement: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: J. Möller en S. Eisenberg, gemachtigden), Franse Republiek (vertegenwoordigers: E. de Moustier, A.-L. Desjonquères, C. Mosser en R. Coesme, gemachtigden), Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: M. K. Bulterman, C. Schillemans en J. Langer, gemachtigden), Europese Commissie (vertegenwoordigers: L. Havas, M. Kellerbauer, B.-R. Killmann en A. Szmytkowska, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van de Raad van de Europese Unie: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: J. Möller en S. Eisenberg, gemachtigden), Franse Republiek (vertegenwoordigers: E. de Moustier, A.-L. Desjonquères, C. Mosser en R. Coesme, gemachtigden), Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: M. K. Bulterman, C. Schillemans en J. Langer, gemachtigden), Koninkrijk Zweden (vertegenwoordigers: C. Meyer-Seitz, H. Shev en H. Eklinder, gemachtigden), Europese Commissie (vertegenwoordigers: L. Havas, M. Kellerbauer, B.-R. Killmann en A. Szmytkowska, gemachtigden)

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Hongarije wordt verwezen in zijn eigen kosten alsook in de kosten van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie.

3)

De Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk Zweden en de Europese Commissie dragen hun eigen kosten.


(1)  PB C 427 van 26.11.2018.