20.7.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 240/3 |
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 7 mei 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Wojewódzki Sąd Administracyjny we Wrocławiu — Polen) — Dong Yang Electronics Sp. z o.o. / Dyrektor Izby Administracji Skarbowej we Wrocławiu
(Zaak C-547/18) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Fiscale bepalingen - Belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Richtlijn 2006/112/EG - Artikel 44 - Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 - Artikel 11, lid 1 - Verrichten van diensten - Fiscale aanknopingsfactor - Begrip “vaste inrichting” - Btw-plichtig - In een lidstaat gevestigde dochteronderneming van een vennootschap uit een derde staat)
(2020/C 240/04)
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Wojewódzki Sąd Administracyjny we Wrocławiu
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Dong Yang Electronics Sp. z o.o.
Verwerende partij: Dyrektor Izby Administracji Skarbowej we Wrocławiu
Dictum
Artikel 44 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij richtlijn 2008/8/EG van de Raad van 12 februari 2008, alsmede artikel 11, lid 1, en artikel 22, lid 1, van uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van richtlijn 2006/112 moeten aldus worden uitgelegd dat het bestaan op het grondgebied van een lidstaat van een vaste inrichting van een in een derde staat gevestigde vennootschap door een dienstverrichter niet kan worden afgeleid uit het enkele feit dat deze vennootschap er een dochteronderneming heeft, en dat deze dienstverrichter niet ertoe verplicht is om voor een dergelijke beoordeling de contractuele verhoudingen tussen de twee entiteiten te onderzoeken.