2.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 68/9


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 19 december 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato - Italië) – Arriva Italia Srl, Ferrotramviairia SpA, Consorzio Trasporti Aziende Pugliesi (CO.TRA.P)/Ministero delle Infrastrutture e dei Trasporti

(Zaak C-385/18) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Staatssteun - Begrip - Openbare spoorwegonderneming in moeilijkheden - Steunmaatregelen - Toewijzing van financiële steun - Doel - Voortzetting van de activiteiten van de openbare spoorwegonderneming - Toewijzing en deelneming in het kapitaal van die openbare onderneming - Overdracht naar het kapitaal van een andere openbare onderneming - Criterium van de particuliere investeerder - Verplichting tot voorafgaande aanmelding van nieuwe steun)

(2020/C 68/05)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Consiglio di Stato

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Arriva Italia Srl, Ferrotramviairia SpA, Consorzio Trasporti Aziende Pugliesi (CO.TRA.P)

Verwerende partij: Ministero delle Infrastrutture e dei Trasporti

in tegenwoordigheid van: Ferrovie dello Stato Italiane SpA, Gestione Commissariale per Le Ferrovie del Sud Est e Servizi Automobilistici Srl a socio unico, Autorità Garante della Concorrenza e del Mercato

Dictum

1)

Artikel 107 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat, onder voorbehoud van de door de verwijzende rechter te verrichten verificaties, zowel de toewijzing van een geldbedrag aan een openbare onderneming die in ernstige financiële moeilijkheden verkeert als de overdracht van de volledige deelneming van een lidstaat in het kapitaal van die onderneming aan een andere openbare onderneming, om niet, maar met de verplichting voor deze laatste onderneming om de vermogenssituatie van de eerste onderneming weer in evenwicht te brengen, kan worden aangemerkt als „staatssteun” in de zin van artikel 107 VWEU.

2)

Het Unierecht moet aldus worden uitgelegd dat het, wanneer maatregelen als de toewijzing van een geldbedrag aan een in ernstige financiële moeilijkheden verkerende openbare onderneming of de overdracht van de volledige deelneming van een lidstaat in het kapitaal van die onderneming aan een andere openbare onderneming, om niet, maar met de verplichting voor deze laatste onderneming om de vermogenssituatie van de eerste onderneming weer in evenwicht te brengen, worden aangemerkt als „staatssteun” in de zin van artikel 107 VWEU, aan de verwijzende rechter staat om alle gevolgen te verbinden aan het feit dat die steun, in strijd met artikel 108, lid 3, VWEU, niet bij de Commissie is aangemeld en derhalve als onrechtmatig moet worden beschouwd.


(1)  PB C 294 van 20.8.2018.