16.12.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 423/10


Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 16 oktober 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État - Frankrijk) – UPM France/Premier ministre, Ministre de l'Action et des Comptes publics

(Zaak C-270/18) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 2003/96/EG - Belasting van energieproducten en elektriciteit - Artikel 21, lid 5, derde alinea - Vrijstelling voor kleine elektriciteitsproducenten mits zij worden belast op de opgewekte elektriciteit - Ontbreken, tijdens de toegekende overgangsperiode, van binnenlandse belasting op het eindverbruik van elektriciteit - Artikel 14, lid 1, onder a) - Verplichting tot vrijstelling voor energieproducten en elektriciteit die worden gebruikt voor de productie van elektriciteit)

(2019/C 423/11)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Conseil d'État

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: UPM France

Verwerende partijen: Premier ministre, Ministre de l'Action et des Comptes publics

Dictum

Artikel 21, lid 5, derde alinea, tweede volzin, van richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit moet aldus worden uitgelegd dat de vrijstelling waarin deze bepaling voorziet voor kleine elektriciteitsproducenten, mits in afwijking van artikel 14, lid 1, onder a), van die richtlijn belasting wordt geheven op de voor de productie van die elektriciteit gebruikte energieproducten, door de Franse Republiek niet kon worden toegepast gedurende de overgangsperiode die haar overeenkomstig artikel 18, lid 10, tweede alinea, van voornoemde richtlijn was verleend tot 1 januari 2009, en tijdens welke deze lidstaat het bij die richtlijn ingestelde stelsel voor de belasting van elektriciteit niet had ingevoerd.


(1)  PB C 211 van 18.6.2018.