1.7.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 220/9


Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 2 mei 2019 — Europese Commissie/Republiek Kroatië

(Zaak C-250/18) (1)

(Niet-nakoming - Richtlijn 2008/98/EG - Verwerking van afvalstoffen - Artikel 5, lid 1 - Steengruis dat niet voldoet aan het begrip „bijproduct” - Artikel 13 - Verplichting van de lidstaten om te waken over de bescherming van de volksgezondheid en het milieu - Artikel 15, lid 1 - Verplichting om de afvalstoffen te laten verwerken door de houder of andere daartoe aangewezen personen)

(2019/C 220/11)

Procestaal: Kroatisch

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Mataija, F. Thiran en E. Sanfrutos Cano, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Kroatië (vertegenwoordigers: T. Galli en M. Vidović, gemachtigden)

Dictum

1)

Door niet vast te stellen dat het op de stortplaats te Biljane Donje (Kroatië) gedeponeerde steengruis afval, en geen bijproduct, is en dus als afval moet worden behandeld, is de Republiek Kroatië de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 5, lid 1, van richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen.

Door niet alle maatregelen te treffen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de in Biljane Donje gestorte afvalstoffen zodanig worden beheerd dat de menselijke gezondheid en het milieu niet in gevaar worden gebracht, is de Republiek Kroatië de krachtens artikel 13 van richtlijn 2008/98 op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

Door niet de maatregelen te nemen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de houder van de op de stortplaats te Biljane Donje gestorte afvalstoffen zelf de afvalverwerking verricht of de verwerking laat verrichten door een handelaar, een inrichting of een onderneming die afvalverwerkingshandelingen verricht, of een publieke of private inzamelaar van afvalstoffen, is de Republiek Kroatië de krachtens artikel 15, lid 1, van richtlijn 2008/98 op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

2)

De Republiek Kroatië wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 200 van 11.6.2018.