5.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 263/11


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 12 juni 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Raad van State (België) — Compagnie d'entreprises CFE SA/Brussels Hoofdstedelijk Gewest

(Zaak C-43/18) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Milieu - Richtlijn 2001/42/EG - Beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s - Besluit - Aanwijzing van een specialebeschermingszone overeenkomstig richtlijn 92/43/EEG - Vaststelling van de instandhoudingsdoelstellingen alsmede van bepaalde preventieve maatregelen - Begrip „plannen en programma’s” - Verplichting om een milieubeoordeling uit te voeren)

(2019/C 263/13)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Raad van State

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Compagnie d'entreprises CFE SA

Verwerende partij: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Dictum

Artikel 3, leden 2 en 4, van richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s moet aldus worden uitgelegd dat, onder voorbehoud van hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan, een besluit als dat in het hoofdgeding, waarbij een lidstaat een specialebeschermingszone (SBZ) aanwijst alsmede instandhoudingsdoelstellingen en bepaalde preventieve maatregelen vaststelt, niet behoort tot de „plannen en programma’s” waarvoor een milieueffectbeoordeling verplicht is.


(1)  PB C 112 van 26.3.2018.