8.1.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 5/49


Beroep ingesteld op 11 oktober 2017 — UP / Commissie

(Zaak T-706/17)

(2018/C 005/67)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: UP (vertegenwoordiger: M. Casado García-Hirschfeld, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het onderhavige beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren;

dientengevolge:

nietig te verklaren het besluit van 26 april 2017 waarin het DG RRHH zich verzette tegen verzoeksters verzoek om deeltijdwerk om medische redenen;

voor zover nodig, nietig te verklaren het besluit van 12 juli 2017 tot afwijzing van de klacht;

vergoeding te gelasten van verzoeksters financiële en immateriële schade als gevolg van die besluiten, welke schade onder voorbehoud van een herwaardering op het bedrag van 8 800 EUR wordt begroot;

de verwerende partij te verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter onderbouwing van haar beroep voert de verzoekende partij één middel aan, dat uit twee onderdelen bestaat:

Het eerste onderdeel is ontleend aan schending van het beginsel van gelijke behandeling, van het verbod van discriminatie en van het recht om te worden gehoord, aangezien het tot aanstelling bevoegd gezag (hierna: „TABG”) zich heeft gebaseerd op een regeling die ziet op andere gevallen dan dat van de verzoekende partij, zonder haar te hebben gehoord of haar in de gelegenheid te hebben gesteld opmerkingen te maken die de inhoud van het beoogde besluit konden beïnvloeden. Zodoende zijn haar rechten van verweer geschonden.

Het tweede onderdeel is ontleend aan schending van het beginsel van behoorlijk bestuur, niet-nakoming van de zorgplicht en het bestaan van kennelijke beoordelingsfouten door het TABG, aangezien het de vergoedingen wegens arbeidsongeschiktheid had kunnen bezien in het licht van de algemene vergoedingsregels van de Gemeenschappelijke regeling. Volgens de verzoekende partij verhindert geen enkele statutaire bepaling dat die vergoedingen gecumuleerd kunnen worden met de inkomsten uit hoofde van haar beroepsactiviteit, op grond dat haar medische situatie en haar percentage van arbeidsongeschiktheid niet voldoen aan de criteria voor invaliditeit op medisch niveau zoals dat in het Ambtenarenstatuut is voorzien.