201711170471556112017/C 412/546992017TC41220171204NL01NLINFO_JUDICIAL20171011383921

Zaak T-699/17: Beroep ingesteld op 11 oktober 2017 — Polen / Commissie


C4122017NL3810120171011NL0054381392

Beroep ingesteld op 11 oktober 2017 — Polen / Commissie

(Zaak T-699/17)

2017/C 412/54Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Polen (vertegenwoordiger: B. Majczyna, gemachtigde)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1442 van de Commissie van 31 juli 2017 tot vaststelling van BBT-conclusies (beste beschikbare technieken) op grond van richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad, voor grote stookinstallaties (Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 5225) nietig verklaren;

de Europese Commissie in de kosten verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vijf middelen aan.

1.

Eerste middel: schending van artikel 16, leden 4 en 5 VEU, gelezen in samenhang met artikel 3, leden 2 en 3, van Protocol (nr. 36) betreffende de overgangsbepalingen bij het VEU en het VWEU, door vaststelling van het bestreden besluit onder toepassing van een onjuiste berekeningswijze van de gekwalificeerde meerderheid.

2.

Tweede middel: schending van artikel 3, punten 10 en 13, van richtlijn 2010/75/EU, gelezen in samenhang met bijlage III bij die richtlijn, en van uitvoeringsbesluit 2012/119/EU, door vaststelling van met de BBT geassocieerde emissieniveaus op basis van onjuiste en niet-representatieve gegevens.

3.

Derde middel: schending van het evenredigheidsbeginsel (artikel 5, lid 4, VEU), gelezen in samenhang met artikel 191, lid 2, VWEU, door vaststelling van te hoge met de BBT geassocieerde emissieniveaus, die voor het bereiken van de nagestreefde voordelen en doelen niet geschikt en niet evenredig zijn; daarenboven is in verband met het bestreden besluit geen effectbeoordeling gemaakt.

4.

Vierde middel: schending van artikel 13, leden 4 en 5, van richtlijn 2010/75/EU, gelezen in samenhang met artikel 3, punt 12, ervan en artikel 291, lid 2, VWEU, door overschrijding van krachtens artikel 13, lid 5, van richtlijn 2010/75/EU aan de Commissie toegekende bevoegdheden, daar van de BBT-conclusies is afgeweken bij het bestreden besluit in plaats van bij een wijziging van richtlijn 2010/75/EU.

5.

Vijfde middel: schending van artikel 3, leden 3 en 4, van verordening nr. 2011/182, misbruik van bevoegdheid en schending van het beginsel van behoorlijk bestuur, omdat op de dag waarop het bij artikel 75 van richtlijn 2010/75 ingestelde comité zonder voorafgaand debat een advies heeft vastgesteld over het voorstel van het bestreden besluit, dit voorstel op een wezenlijk punt is gewijzigd.