18.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 309/40


Beroep ingesteld op 3 augustus 2017 — Ghost — Corporate Management/EUIPO (Dry Zone)

(Zaak T-488/17)

(2017/C 309/53)

Procestaal: Portugees

Partijen

Verzoekende partij: — Ghost — Corporate Management SA (Lissabon, Portugal) (vertegenwoordiger: S. de Barros Araújo, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

Gegevens betreffende de procedure voor het EUIPO

Betrokken merk: Uniewoordmerk „Dry zone” — inschrijvingsaanvraag nr. 15 498 322

Bestreden beslissing: beslissing van de tweede kamer van beroep van het EUIPO van 05/06/2017 in zaak R 0683/2017-2

Conclusies

het onderhavige beroep gegrond verklaren en dientengevolge de beslissing van de tweede kamer van beroep van 5 juni 2017 in haar geheel vernietigen, de bestreden beslissing herzien voor zover daarbij is geoordeeld dat het beroep in zaak nr. R 683/2017-2 betreffende Uniemerk nr. 015498322 Dry Zone te laat is ingesteld, waarbij de procedure voor voortzetting van het geding wordt gevolgd;

het EUIPO verwijzen in de kosten.

Aangevoerde middelen

eerste middel: schending van artikel 60 van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk (PB 2009, L 78, blz. 1) en artikel 72, lid 1, van verordening (EG) nr. 2686/95 van de Commissie van 13 december 1995 tot uitvoering van verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het gemeenschapsmerk (PB 1995, L 303, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening (EU) nr. 2015/2424 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 tot wijziging van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad inzake het gemeenschapsmerk en verordening (EG) nr. 2686/95 van de Commissie tot uitvoering van verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het gemeenschapsmerk, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 2869/95 van de Commissie inzake de aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) te betalen taksen (PB 2015, L 341, blz. 21);

tweede middel: schending van verzoeksters procedurele waarborgen doordat niet is onderzocht of sprake was van feiten die onafhankelijk van de wil van verzoekster zijn of die een geval van overmacht vormen, waardoor het evenredigheidsbeginsel is geschonden;

derde middel: schending van het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen en van de rechtszekerheid.