23.10.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 357/19 |
Beroep ingesteld op 3 augustus 2017 — UE/Commissie
(Zaak T-487/17)
(2017/C 357/24)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: UE (vertegenwoordigers: S. Rodrigues en A. Tymen, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
nietig verklaren het besluit van de Europese Commissie van 4 oktober 2016 tot afwijzing van verzoekers verzoeken van 14 oktober 2013; |
— |
voor zover nodig, nietig verklaren het besluit van de Europese Commissie van 26 april 2017 tot afwijzing van verzoekers klacht van 5 januari 2017; |
— |
verzoeker een vergoeding toekennen voor de materiële en immateriële schade die hij heeft geleden door de fout van de verwerende partij, welke schade wordt begroot op het bedrag van 120 000 EUR (immateriële schade), 748 800 EUR (verlies aan inkomsten), en 576 000 EUR (pensioenverlies); |
— |
verzoeker een vergoeding toekennen voor het leed als gevolg van het verloop en de uitkomst van het onderzoek naar intimidatie, welke schade wordt begroot op 50 000 EUR; |
— |
vergoeding gelasten van verzoekers kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.
1. |
Eerste middel, ontleend aan schending van het beginsel van behoorlijk bestuur, van artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, van het recht om te worden gehoord en van het recht van wederhoor. |
2. |
Tweede middel, ontleend aan een kennelijke beoordelingsfout, feitelijke fouten en schending van artikel 35, tweede volzin, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. |