22.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 161/30


Beroep ingesteld op 20 maart 2017 — RW/Commissie

(Zaak T-170/17)

(2017/C 161/43)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: RW (vertegenwoordigers: S. Orlandi en T. Martin, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van het besluit van 2 maart 2017 waarbij verzoeker met ingang van 1 juni 2017 ambtshalve is gepensioneerd;

verwijzing van de Europese Commissie in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan een kennelijke schending van de artikelen 47 en 52 van het Statuut, aangezien de verzoekende partij op het moment van vaststelling van het bestreden besluit nog niet de leeftijd van ambtshalve pensionering had bereikt.

2.

Tweede middel, ontleend aan een miskenning van de werkingssfeer van artikel 42 quater van het Statuut, aangezien deze bepaling van toepassing is op ambtenaren die, ofschoon zij de pensioenleeftijd hebben bereikt (dat wil zeggen dat zij om pensionering zonder vermindering van pensioenrechten kunnen vragen), nog niet de leeftijd hebben bereikt waarop het TABG hen ambtshalve dient te pensioneren.

3.

Derde middel, ontleend aan schending van de motiveringsplicht, daar de verwerende partij haar onvoldoende aanwijzingen heeft gegeven om haar of het Gerecht in staat te stellen de gegrondheid te controleren van de stelling, dat de verwerende partij de behoeften van de andere diensten van de Commissie grondig heeft onderzocht, na afloop waarvan zij tot de conclusie is gekomen dat er in geen van die diensten een tewerkstelling mogelijk was die aansloot bij de huidige bekwaamheden van de verzoekende partij.