1. 

Uniemerk – Beslissingen van het Bureau – Eerbiediging van de rechten van de verdediging – Draagwijdte van het beginsel

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 75, tweede volzin)

(zie punten 58, 66)

2. 

Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder bekend merk – Uitbreiding van de bescherming van het oudere bekende merk tot niet-soortgelijke waren of diensten – Voor het onderzoek van een absolute weigeringsgrond relevante datum – Datum van indiening van de inschrijvingsaanvraag

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 5)

(zie punten 74‑77)

3. 

Uniemerk – Beslissingen van het Bureau – Rechtmatigheid – Onderzoek door de Unierechter – Criteria

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad)

(zie punt 79)

4. 

Beroep tot nietigverklaring – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Procesbelang – Ambtshalve onderzoek door de rechter

(Art. 263 VWEU)

(zie punt 80)

5. 

Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder bekend merk – Uitbreiding van de bescherming van het oudere bekende merk tot niet-soortgelijke waren of diensten – Voorwaarden – Ongerechtvaardigd voordeel uit het onderscheidend vermogen of de reputatie van het oudere merk – Afbreuk aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het oudere merk

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 5)

(zie punten 86, 104)

6. 

Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder bekend merk – Uitbreiding van de bescherming van het oudere bekende merk tot niet-soortgelijke waren of diensten – Woordmerken GOLDEN BALLS en BALLON D’OR

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 5)

(zie punten 92, 103, 110, 129, 137, 143, 148‑152)

7. 

Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder bekend merk – Uitbreiding van de bescherming van het oudere bekende merk tot niet-soortgelijke waren of diensten – Voorwaarden – Bekendheid van het merk in de lidstaat of in de Unie – Begrip – Beoordelingscriteria

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 5)

(zie punt 93)

8. 

Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder bekend merk – Uitbreiding van de bescherming van het oudere bekende merk tot niet-soortgelijke waren of diensten – Voorwaarden – Ongerechtvaardigd voordeel uit het onderscheidend vermogen of de reputatie van het oudere merk – Beoordelingscriteria

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 5)

(zie punten 106, 107)

9. 

Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder bekend merk – Uitbreiding van de bescherming van het oudere bekende merk tot niet-soortgelijke waren of diensten – Voorwaarden – Aandachtsniveau van het publiek

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 5)

(zie punt 108)

10. 

Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder bekend merk – Uitbreiding van de bescherming van het oudere bekende merk tot niet-soortgelijke waren of diensten – Voorwaarden – Verband tussen de merken

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 5)

(zie punten 111, 112)

11. 

Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder bekend merk – Uitbreiding van de bescherming van het oudere bekende merk tot niet-soortgelijke waren of diensten – Door de houder te leveren bewijzen – Niet-hypothetische kans op ongerechtvaardigd voordeel of afbreuk in de toekomst

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 5)

(zie punt 140)

1) 

De beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) van 30 september 2016 (zaak R 1962/2015‑1) wordt vernietigd voor zover de oppositie daarbij is toegewezen met betrekking tot „gokautomaten die worden bediend via een scherm, wetenschappelijke, zeevaartkundige, landmeetkundige, fotografische, cinematografische, optische, weeg-, meet-, sein-, controle- (inspectie-), hulpverlenings- (reddings-) en onderwijstoestellen en ‑instrumenten; apparaten voor het opnemen, het overbrengen en het weergeven van geluid of beeld; verkoopautomaten en mechanismen voor apparaten met vooruitbetaling; kasregisters, rekenmachines, gegevensverwerkende apparatuur en computers; fotografische, cinematografische en optische toestellen en instrumenten, blanco schijven, gegevensverwerkende apparatuur en computers, IT-hardware, muismatten, accessoires voor mobiele telefoons, zonnebrillen”, behorende tot klasse 9, „kerstboomversieringen”, behorende tot klasse 28, en „theaterproducties zoals shows en toneelstukken, productie van musicals, organisatie van muzikale evenementen/concerten”, behorende tot klasse 41

2) 

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3) 

Elke partij zal haar eigen kosten dragen.