2.12.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 406/25


Arrest van het Gerecht van 20 september 2019 – Haven van Brussel en Brussels Hoofdstedelijk Gewest/Commissie

(Zaak T-674/17) (1)

(„Staatssteun - Regeling van vrijstelling van de vennootschapsbelasting die door België ten uitvoer wordt gelegd ten gunste van zijn havens - Besluit waarbij de steunregeling onverenigbaar met de interne markt wordt verklaard - Begrip economische activiteit - Diensten van algemeen belang - Niet-economische activiteiten - Scheidbaarheid - Selectiviteit - Artikel 93 VWEU en artikel 106, lid 2, VWEU”)

(2019/C 406/33)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Haven van Brussel (Brussel, België), Brussels Hoofdstedelijk Gewest (België) (vertegenwoordigers: J. Vanden Eynde en E. Wauters, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: B. Stromsky en S. Noë, gemachtigden)

Interveniënt aan de zijde van verzoekende partijen: Koninkrijk België (vertegenwoordigers: J.-C. Halleux, P. Cottin, L. Van den Broeck en C. Pochet, gemachtigden, bijgestaan door A. Lepièce en H. Baeyens, advocaten)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU strekkende tot nietigverklaring van besluit (EU) 2017/2115 van de Commissie van 27 juli 2017 betreffende de door België ten uitvoer gelegde steunregeling nr. SA.38393 (2016/C, ex 2015/E) – Belastingregeling havens in België (PB 2017, L 332, blz. 1)

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

De Haven van Brussel en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dragen hun eigen kosten alsmede die van de Europese Commissie.

3)

Het Koninkrijk België draagt zijn eigen kosten.


(1)  PB C 382 van 13.11.2017.